29 Juli 1931 179.
het behoud van de?en molen, die toch ook een. sieraad voor
het landschap is. Waar de eigenaar 1/3 in de kosten betaalt,
kan de gemeente naar Sprekers oordeel ook wel een offer
brengen. Spreker wijst er op dat op de begrooting voor
komt een post "gereserveerd" van bijna 60.000,=. Van deze
som kan men nu wel eens een luttel bedrag aanspreken voor
behoud van den molen. Dan heeft men aan dit geld een nuttige
bestemming gegeven.
De heer Busch geeft in overweging een subsidie van
500,= toe te kennen, voor het geval de provincie een sub
sidie tot een gelijk bedrag verleent.
De Voorzitter zegt zich daarmede te kunnen vereenigen.
De heer Hilhorst zegt, dat hij zijn stem niet aan dit
voorstel kan geven. Spreker weet n.l. bij ondervinding dat
de kosten van herstellingen aan molens altijd veel hooger
zijn dan aanvankelijk gedacht wordt. Wanneer de herstellingen
zijn aangebracht, zal men weer spoedig om subsidie aanklop
pen. De molen is een wrak, en de herstellingen zullen meer
kosten dan begroot wordt. Spreker adviseert dan ook met klem
niet op het voorstel tot toekenning van subsidie in te gaan,
en niet op een dergelijke wijze met de financien rond te
springen. De belastingpenningen zijn in dezen crisistijd
moeilijk bijeen te krijgen. Men kan beter voor die gelden
de wegen gaan verbeteren.
De Voorzitter deelt mede, dat de begrooting van kosten
niet door den eigenaar is opgemaakt, doch door een deskundi
ge van de vereeniging "De Hollandsche Molen". Spreker leest
de begrooting voor.
Hierna wordt het voorstel om een bijdrage van 500,=
voor behoud van den molen te verleenen, in. stemming gebracht
en verworpen met 5 tegen 4 stemmen. Vddr het voorstel stem
den de heeren Doorman, Gasille, Buech en de Bruijn, terwijl
Mevrouw landweer en de heer van den Breemer zich van stemming
onthielden.
159.WATERLEIDING. (1e afd.nx.1869)
De Voorzitter brengt hierna in behandeling het voorstel
van Burgemeester en Wethouders ód. 9 Juni 1931, 1e afd.nr,
1869 om over te gaan tot uitbreiding der waterleiding in den
Klaarwoterweg. Spreker leest het desbetreffend schrijven der
waterleiding- Maatschappij voor waaruit de kostenberekening
der leiding blijkt.
De heer Grootwwal zegt dat de door de Maatschappij op
gegeven prijs veel te hoog is. Volgens Spreker kost een 4
duims leiding in den grond 4,25 per Meter, terwijl de
Maatschappij tot een bedrag van 5,12 per Meter komt. De
Maatschappij berekent dus een fatsoenlijken prijs, n.l.
600,= teveel op deze leiding. Spreker wil de zaak echter
niet tegenwerken, zoodat hij niet tegen het voorstel zal
zijn, doch Spreker verzoekt B. en W. eens in andere gemeen
ten omtrent de kosten te informeeren.
De Voorzitter zegt dat hij deze gegevens zal opvragen,
en den Raad zal mededeelen.
Het desbetreffend voordstel van Burgemeester en Wethou
ders wordt hierna zonder hoofdelijke stemming aangenomen,
160.RONDVRAAG.
De heer van den Breemer zegt gehoord te hebben, dat men
met September drie wethouders wil hebben. Spreker zou hier
over