5 October 1931 218.
5.afwijzend te beschikken op de in het voorstel van B. en W.
bedoelde adressen der beide comité's voor de oprichting
eener zweminrichting in deze gemeente.
De heer Nooder zegt dat hij met groote belangstelling de
adressen der beide comités heeft gelezen, waaruit hem gebleken
is, dat de comité's het niet met elkaar eens zijn geworden.
Spreker is van oordeel, dat Burgemeester en Wethouders den
juisten weg inslaan doordat zij deze zaak overgenomen hebben.
Spreker zegt voorts, dat hij met greote belangstelling kennis
heeft genomen van het onlangs genomen besluit tot stichting
van een badhuis voor 37.000,=, terwijl hij eveneens met
groote belangstelling kennis heeft genomen van deze erediet-
aanvrage van 600,= maar Spreker vraagt of men ook wel weet
dat Soeste&erg me.t 2000 inwoners bestaat. Dit deel der gemeente
is van dit alles gespeend, zoodat Spreker voorstelt om bij het
hier bedoelde onderzoek ook een onderzoek te doen instellen
naar de mogelijkheid tot stichting eener badinrichting in mini
atuur te Soesterberg, en in verband daarmede de Commissie uit
te breiden met een lid uit Soesterberg.
De heer Grootewal kan zich daar volkomen mede vereenigen,
maar Spreker vraagt of het niet mogelijk is de zweminrichting
zoodanig te plaatsen, b.v.in de omgeving van Soestduinen, dat
dan zoowel Soest, als Soesterberg daarvan kunnen profiteeren.
Spreker, die veel voor een zweminrichting voelt, meent echter
dat deze op eenvoudige wijze moet worden ingericht. Spreker
wil dan ook het gevraagde bedrag van 600,= niet toestaan,
wanneer een zweminrichting tot stand moet komen van 30*000,=
a 40.000,= Spreker vraagt of het niet mogelijk is van te
voren een oppervlakkig plan te laten maken met begrootingj dan
zijn die 600,= niet verloren. Naar Sprekers oordeel kan wel
een zweminrichting worden gemaakt van 10.000,=.
De heer Busch zegt het volkomen met den heer Grootewal
eens te zijn. Spreker acht ook de oprichting eener zweminrich
ting in de omgeving van Soestduinen gewenscht. Spreker kan zich
in 't bijzonder vereenigen met het idee van den heer Grootewal
om geen zweminrichting tot stand te brengen, die zooveel moet
kosten. Spreker wenscht een uitspraak van den Raad, dat het
plan niet meer moet kosten dan 13.000,=. Spreker, die erop
wijst dat de Eem veel slachtoffers vraagt, zegt, dat het van
algemeen belang is, dat een zweminrichting tot stand komt.
Spreker wenscht evenwel aan de Commissie geen ongelimiteerde
opdracht te geven, zoodat dus een bepaald bedrag vastgesteld
moet worden. Spreker, die het betreurt dat de Commissies el
kander niet hebben gevonden, is van oordeel dat voor een be
drag van 10.000,= a 12.000,= een aardige zweminrichting ge
sticht kan worden.
De heer Endendijk vindt het zeer gewaagd, dat de Raad
zich nu reeds gaat binden. Zonder kennis van zaken moet men
zich nu niet uitspreken voor een bepaald bedrag. Vehwacht mag
worden, dat de Commissie met de plannen zuinigheid zal be
trachten.
De heer Gasille vraagt of te Soesterberg niet de gelegen
heid bestaat gebruik te maken van de badinrichting van het
Vliegkamp.
De heer Nooder antwoordt hierop ontkennend.
De heer Gasille meent dat B. en W. toch wel moeite kunnen
doen