5 October 1931 224.
schouwen en wel met het oog op de groote bouwvalligheid
met ingang van morgen. Een langere bewoning zal dan geheel
voor risico van Verweij zijn.
De heer Gasille merkt op dat dit adres niet op de agenda
stond.
De Voorzitter zegt dat hij juist hedenmorgen het tech
nisch rapport heeft ontvangen.
De heer Gasille die wel weet dat deze zaak terloops
in de grondcommissie is besproken, wijst er nog op dat de
huurder zelf voor het onderhoud moest zorgen.
Het voorstel van den Voorzitter wordt hierna zonder
hoofdelijke stemming aangenomen.
De heer Busch verzoekt rekening te houden met de be
langen van den heer Visch, die opstallen voor het houden van
eenden op het erf van Verweij heeft, De heer Visch, die dus
onderhuurder is, heeft zich reeds met een .res, verzoeken
de hem den grond in huur te geven, tot den Baad gewend, en
Spreker begrijpt niet dat dit adres niet in behandeling ge
komen is.
De Voorzitter zegt dat behandeling niet mogelijk was,
daar eerst de verhuur met Verweij beëindigd moest zijn. Dit
adres zal nog door de betrokken commissie behandeld moeten
worden,
De heer Busch dringtjer, ii^afwachting van de behandeling
van het adres van den heer Visch, op aan bedoelde opstallen
niet te verwijderen.
De Voorzitter zegt rekening te zullen houden mét den
wensch van den heer Busch, waarmede de Raad zich vereenigt.
De heer Bleeker zegt te constateeren dat de gemeente
een slechte huurbaas is. Als de gemeente meerdere dergelijke
bouwvallige woningen heeft, dan moet zij daarvan ook de huur
maar opzeggen.
200.VERORDENINGEN.(1e afd. nrs. 1827,1528 en 2194).
Vaststelling van een
a_ verordening ingevolge de Winkelsluitingswet en in verband
daarmede vaststelling van een besluit tot wijziging der
Algemeene Politieverordening (nr. 1827).
b_ besluit tot wijziging der Algemeene Politieverordening,
betrekking hebbende op de afsluiting van een rijaelpad
langs de Soesterbergschestraat (nr. 1528).
c_ besluit tot wijziging der verordening ter voorkoming va®
brand.(nr. 2194).
De verordeningen genoemd onder a en b worden zonder be
raadslaging en zonder hoofdelijke stemming onveranderd vast
gesteld.
De heer Endendijk merkt ten aanzien van de Verordening
onder c op, dat het hem heeft verbaasd, dat na de bespreking
in de Wetgevende commissie, toch voorgesteld wordt art.37
der Verordening ter voorkoming Tan brand te wijzigen, en wel
in dier voege, dat het toepasselijk wordt verklaard op alle
gebouwen. Zoo zullen dus ook de kerken opder de toepassing
van het artikel vallen, hetgeen Spreker een groot bezwaar
acht. Het brandgevaar in kerken is niet zoo groot als in
andere gebouwen. De Burgemeester kan dan morgen aan den dag wel
proces-verbaal laten opmaken. Spreker zegt voorts dat door
dë vaststelling van dit artikel Soest wel een uitzondering
gaat