5 October 1931 230. het rapport van het Staatsboschbeheer tijdens zijn wethoudei sclq> ook reeds besproken had met den heer Kraaijenbrink. 208.SUBSIDIES.(1e afd.nr.949). Hierna wordt in behandeling gebracht het adres van de afd.Soest van den Aartdiocesanen Boeren- en Tuindersbond dd. 2 October j.1. verzoekende toekenning eener gemeentelijke subsidie teneinde haar in staat te stellen om ten behoeve van den door haar te geven landbouwwintercursus een lokaliteit te huren. B. en W. stellen voor, evenals het vorige jaar, een sub sidie van 100,= te verleenen. Zonder hoofdelijke stemming wordt aldus besloten. 209.EIGEND0MMEN. BOUWPOLITIE (1e afd.nr.1/2^8) Alsnu komt in behandeling het adres van de Gebr.de lange betreffende grondafstand aan de Koninginnelaan, en ver zoekende hen alsnog vergunning te verleenen tot den bouw van woningen aan den Akkerweg. De heer Busch verzoekt den Voorzitter een nauwkeurig on derzoek in te stellen, indien belanghebbenden grond hebben afgestaan onder voorwaarde, dat een bouwvergunning als in het adres wordt bedoeld, zou worden verleend, zal die vergun ning moeten worden afgegeven, of zal op de een of andere wijze schadevergoeding moeten worden verleend. Het adres wordt in handen gesteld van B. en W. om prae- advies. 210.HINDERWET.VERORDENINGEN (1e afd.nr.2192 Vervolgens wordt in behandeling gebracht het adres van H.Stam alhier, dd. .23 September j.1., verzoekende hem onthef fing te verleenen van de verordening welke bepaalt dat het plaatsen van benzinetanks grooter dan 6000 Liter binnen de kom der gemeente verboden is. De heer Busch stelt voor de gevraagde ontheffing te verleenen, doch toe te zien dat de gebruikelijke voorwaarden worden nageleefd, zoodat de tank gekeurd wordt vóórdat deze in den grond geplaatst wordt. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna het verzoek in gewilligd. 211.WETHOUDERS (4e afd.nr. 254). De Voorzitter brengt vervolgens in behandeling het adres van een 6-tal inwoners, waarbij den Raad uitgenoodigd wordt den Voorzitter te willen vragen of deze persoonlijk bij de verkiezing van Wethouder lodeesen heeft geconstateerd, dat art.38 van het Reglement van Orde was nageleefd en de twee stembriefjes waren gewaarmerkt door de beide stemopnemers, en dat de twee stembriefjes de beide namen der candidaten bevatten, en verzoekende voorts ingeval van ontkennin - de beantwoording te beslissen, dat de gehouden verkiezing voor de tweede wethoudersplaats waarvoor de heer Lodeesen is gekozen, ongeldig is, zoodat een nieuwe verkiezing zal behooren plaats te vinden. Spreker, die er op wijst dat - dus den Raad verzocht wordt die vragen aan den Voorzit ter te stellen, en het hier eigenlijk een interpellatie der ingezetenen betreft, deelt mede, dat hij toch geen bezwaar heeft die vragen te beantwoorden. Spreker vestigt er dan allereerst de aandacht op, dat art.58 laatste lid der Ge meentewet zegt, dat ingeval omtrent het benoemen, voordragen of

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1931 | | pagina 496