264. bedekking grooter dan in het benzinebeslu.it is voorgeschre ven. Spreker wijst er voorts nog op, dat ook op het rpoor- weg-emplacement benzine-tankwagens kunnen komen, en dit ge vaar is veel grooter dan de inrichting der O.B.I.M. De Voorzitter zegt dat de gemeente daarvoor niet ver antwoordelijk is. Wanneer dergelijke wagens blijven staan, is de verantwoordelijkheid bij de Nederlandsche Spoorwegen. Voorts wil Spreker andere gemeenten in deze niet als leid draad nemen. De heer Gasille zegt dat, voorzoover hem bekend is,het gevaar alleen zit in de grootte der tanks. Wanneer een groote tank ontploft, is het gevaar veel grooter dan wan neer een kleine tank ontploftdaar dan de andere tanks niet zullen ontploffen. Er kunnen dus beter 2 kleine tanks geplaatst worden dan 1 groote tank. De heer Grootewal zegt nog, dat onlangs in een garage te Abcoude brand is uitgebroken. Het geheele perceel brand de af, doch de tank onder den grond bleef intact, en de benzine kon er na den brand weer uitgepompt worden. De heer Busch wil het den Burgemeester niet ten kwade duiden, dat deze beangst is, doch waar te- Leiden vergun ning is verleend voor 100.000 L. bij het ziekenhuis, en ook te Amersfoort een groote hoeveelheid aanwezig is, in de bebouwde kom terwijl te Amsterdam 100.000 L. aanwe zig is aan den overkant van het IJ in een druk bewoond gedeelte, vindt Spreker het jammer dat B. en W. dit voor stel doen. Spreker stelt B. en W. voor hun voorstel in te trekken en de gevraagde ontheffing voor beide tanks te verleenen. De Voorzitter deelt mede, dat de meerderheid van B. en W», zijnde de beide wethouders, het voorstel van den heer Busch overneemt, waarna zonder hoofdelijke stemming besloten wordt aan de O.B.I.M.ontheffing te veplèenen ten behoeve van de plaatsing van 2 tanks, $l"k van 20.000 Liter inhoud, bij haar benzinebewaarplaats aan den Veld weg. 237.ONDERWIJS. (1e afd.nr.1562). Benoeming van een vakonderwijzeres in de nuttige handwerken aan de openbare u.l.o. school. Burgemeester en Wethouders stellen voor ingaande 1 Januari a.s. tot de benoeming van een vakonderwijzeres in de nuttige handwerken in vasten dienst over te gaan en de belooning vast te stellen op 1,75 per wekelijksch lesuur. Na ingewonnen bericht van het hoofd der school en na overleg met den Inspecteur van het Lager Onderwijs bieden B. en W. de navolgende voordracht aan: 1.Mej. E.Pas, tijdelijk vakonderwijzeres aan de openbare u.l.o. school. 2.Mej. Th. den Boer. 3.Mevr.A.A.Rademaker - van de Perel. allen wonende te Soest. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt aangenomen.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1931 | | pagina 564