2 Februari 19}1 10.
andere school een dergelijke vloer aanwezig is, en deze
aanleg niet voortvloeit uit de noodzakelijk gebleken veran
deringen. Yoorts wordt het volgens punt 8 noodzakelijk geacht
een paar noodlampen aan te brengen ten behoeve der werkzaam
heden aan de kap en tevens een opening in het dakschild voor
het doorhalen van het kap- en vloerhout. Spreker acht zulks
overbodig, en stelt daarom voor de punten 5 en 8 te schrap
pen.
De heer Gasille kan zich volkomen met het door den heer
Busch voorgestelde vereenigen.
De Voorzitter vraagt of de Raad het kan goedvinden dat
B. en W. rekening houden met de opmerkingen der beide vorige
Sprekers.
Wethouder Endendijk zet uiteen dat het plan nog van het
Rijksbouwtoezicht uit den Haag terug moet komen, en dat dan
nog het advies van den Inspecteur van het L.0. uit Amersfoort
moet binnenkomen, vóór dat door B. en W. een beslissing ge
nomen kan worden. Spreker zegt dat B. en W. in ieder geval
met de opmerkingen van den heer Busch rekening zullen houden.
De mogelijkheid is natuurlijk ook niet uitgesloten dat het
Rijksbouwtoezicht opmerkingen zal maken.
Het voorstel van B. en Vwordt hierna zonder hoofde
lijke stemming aangenomen en het desbetreffend besluit tot
wijziging der gemeentebegrooting vastgesteld.
16.EIGENDOMMEN 1e afd. nr. 1J00).
Voorstel van B. en W. tot vaststelling van een ontwerp
besluit betreffende het onderhands of in het openbaar verkoo-
pen van verschillende aan de gemeente toebehoorende goederen,
voorzooveel noodig deze in het jaar 19J1 mochten beschikbaar
komen.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming
wordt het aangeboden besluit vastgesteld.
17.EIGENDOMMEN.(1e afd. nr. 17J4).
Behandeling van een verzoek van G. van Rouwendaal om
vermindering van den erfpachtscanon in verband met de om
legging van eenige wegen,
B. en W. deelen mede dat uit het bepaalde van voor
waarde 7 van het desbetreffend raadsbesluit van 26 Juni
1925 blijkt, dat een vermindering, als gevraagd, niet kan
worden verleend, zoodat het verzoek derhalve dient te wor
den afgewezen. B» en Wverzoeken daartoe te besluiten.Zij
brengen voorts onder de aandacht, dat een vestiging van
een nieuw erfpachtsrecht aan adressant geen uitkomst zal
brengen, daar de alsdan op te maken nieuwe erfpachtsakte
aan adressant nagenoeg evenveel zal kosten als een naar
evenredigheid van het door de gemeente in gebruik genomen
gedeelte berekende gevraagde vermindering.
Mevrouw landweer— de Visser vindt het verzoek van den
heer van Rouwendaal alleszins billijk. Spreekster bepleit
daarom inwilliging van het verzoek, daar het toch niet aan
gaat om te betalen voor iets, hetgeen men niet heeft.
De heer de Bruijn is het volkomen met Mevr.Landweer
eens. De man moet schadeloos gesteld worden omdat hij een
gedeelte van den hem in erfpacht gegeven grond niet meer
in gebruik heeft. Spreker geeft daarom ook in overweging te
besluiten tot eene vermindering van den canon.
Wethouder