23 December 1931 318.
dit feit rekening kan worden gehouden bij de verdere regeling
van deze aangelegenheid, wordt het voorstel van Burgemeester
en Wethouders zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
271 .EIGENDOMMEN .(1e afd. no. 143).
Vaststelling van de lijst van retributies voor gebruik
van heide- en zandgronden.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt
de lijst vastgesteld.
272.BELASTINGEN (3e afd. no. 128).
Vaststelling van het 3e supplement kohier Hondenbelas
ting 1 931
De heer de Bruijn wijst op de onbillijkheid, dat men geen
afschrijving/kan verkrijgen, wanneer men tusschentijds rijn
hond afschaiï. Spreker dringt er op aan, een wijziging van de
verordening te overwegen. van belasting
De Voorzitter zegt toe een dergelijke wijziging met den
Wethouder van Financiën te zullen bespreken.
Het kohier wordt daarna zonder hoofdelijke stemming
vastgesteld.
273.WONINGWET. VERORDENINGEN 1e afd. no. 2174).
Vaststelling eener nieuwe verordening, betreffende het
beroep, bedoeld in de artt. 7 en 9 der Woningwet, zulks naar
aanleiding van een opmerking van Ged.Staten.
Gedeputeerde Staten verzoeken wijziging van art.5, eerste
lid der op 31 October j.1» vastgestelde verordening. In ver
band daarmede stellen B. en W. voor deze verordening opnieuw
vast te stellen, waarbij rekening is gehouden met den wensch
van Gedeputeerde Staten.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt
overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
274.WERKL00ZEHZ0RG- STEÜNVERLFENING (3e afd. no. 2320).
Behandeling van een adres van de R.K. Werkliedenvereeni-
ging St.Joseph inhoudende het verzoek:
a_ de werkverschaffing ook uit te strekken tot mede-kostwinners;
b_ aan de gehuwden en de kostwinners onder de werkloozen een
Kerstuitkeering te verstrekken.
De Voorzitter stelt voor het verzoek sub a in handen van
Burgemeester en Wethouders te stellen om advies, in overleg
met de Commissie voor werkverschaffing.
De heer Endendijk merkt op, dat hetgeen wordt gevraagd,
in de praktijk reeds wordt toegepast ten aanzien van groote
gezinnen.
Ook de heer Busch meent, dat het gevraagde vrijwel over
bodig is.
Op voorstel van den Voorzitter wordt thans zonder hoofde
lijke stemming besloten het verzoek, voorzoover betreft het
gevraagde sub a, als afgedaan te beschouwen.
Met betrekking tot het verzoek sub b deelt de Voorzitter
mede het advies te hebben ingewonnen van het Burgerlijk Arm
bestuur Spreker leest daarna den desbetreffenden brief van
het Burgerlijk Armbestuur voor, waaruit blijkt, dat dit be
stuur adviseert de Kerstuitkeering niet te verstrekken aan
bepaalde groepen of categorieëndoch aan hen, die daarvoor
het meest in aanmerking komen. Spreker, die voorstelt voor