2J December 1931 322.
gen 2,= per M2 de voorkeur wordt verleend.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders, om onder in
trekking van het besluit van 5 October j.l.aan D. van den Broek
slechts ongeveer 600 M2.gelegen aan de Nieuwstraat te verkoopen
wordt daarna zonder hoofdelijke stemming aangenomen en aan Bur
gemeester en Wethouders machtiging verleend het desbetreffend
raadsbesluit te formuleeren.
Naar aanleiding van de omstandigheid, dat door den heer
van Nes ook tegen dezen verkoop bezwaren zijn ingebracht en al
les op hem stuit, vraagt de heer Grootewal, wanneer de voorge
nomen bespreking met den heer van Nes wordt gehouden.
De Voorzitter antwoordt, dat de heer van Nes zal worden
gevraagd in de eerste week of de eerste helft van de maand
Januari
278.EIGENDOMMEN. (1e afd. no. 2233).
De Voorzitter deelt vervolgens mede, dat de eigendom van
den aan de H.V.Catalina te Hilversum toebehoorendenjgrond aan
de Verlengde Talmalaan inmiddels is overgegaan aan de N.V.
Bouw- en Handelsmaatschappij "Oost Indië te Amsterdam, zoodat-
onder intrekking van het desbetreffend raadsbesluit van 11 No
vember T931 de ruiling met laatstgenoemde N.V. zal moeten wor
den aangegaan.
Nadat de heer Busch er op heeft gewezen deze zaak vooral
goed te onderzoeken, wordt zonder hoofdelijke stemming beslo
ten Burgemeester en Wethouders intusschen te machtigen om het
raadsbesluit te formuleeren, terwijl door den voorzitter een
onderzoek wordt toegezegd.
279.WEGEN (1e afd.no. 2159).
De Voorzitter deelt daarop mede, dat nog eenige voorstel
len van de Commissie van Openbare Werken zijn ingekomen, welke
nog behandeld dienen te worden en wel ten eerste een voorstel
om, gelijk door den Raad is besloten, wel over te gaan tot ver
betering van het wegdek der Rembrandtlaan, verharding van den
noordelijken berm, en egaliseering van den zuidelijken berm,
doch niet in te gaan op de verzoeken van de bewoners dier laan
om de erfafscheidingen langs den berm voor rekening der ge
meente te verwijderen en om daarvoor in de plaats te stellen
een behoorlijke afscheiding tusschen hunne tuinen en den weg,
als een afrastering ter hoogte van minstens 60 cM.
Overeenkomstig het voorstel der Commissie stelt de Voor
zitter voor om derhalve de thans bestaande erfafscheidingen te
laten staan.
De heer Endendijk zou het jammer vinden, wanneer het plan
niet werd uitgevoerd, hetgeen zonder verhooging van kosten zou
kunnen geschieden. Spreker vestigt er de aandacht op, dat het
niet alleen de bedoeling was om hekjes van 60 cM te plaatsen,
doch ook rotspartijtjes, steenen muurtjes, tjaya's enz. Spreker
die van oordeel is, dat het oorspronkelijk plan fraaier was dan
het thans zal worden, wijst er op, dat aan den hoogen kant de
hekken toch zullen moeten worden verwijderd.
De heer Busch geeft toe, dat de Commissie unaniem van ge
dachte was, dat het oorspronkelijk plan mooier zou zijn, doch
Spreker merkt op, dat dat plan veel risico medebrengt, daar
niemand kan garandeferen, dat de eigenaren er later wederom niet
andere hekken in zullen plaatsen. In plaats van een risico te