2 Februari 1951'l 7
gegeven. Het is hier voor de aanvragers een bestaanskwestie
en men raag maar zoo niet beslissen.
De heer Grootewal zegt van oordeel te zijn, dat het ge
vaar voor ontploffing niet in de tank zit bij de tegenwoordige
veiliggestelde installaties, maar dat het gevaar aanwezig is op
het oogenblik dat de vulling plaats heeft, en dan is het gelijk
of de tank een inhoud heeft van 6000 liter dan wel 20.000 Lit
De heer de Bruijn meent dat de explosie bij een tank van
b.v. 50.000 Liter veel grooter zal zijn dan bij een tank van
6000 Liter.
De heer Gasille constateert na de mededeeling van den heer
Grootewal, dat alleen bij het vullen gevaar is te duchten.
De heer van Klooster wil even opmerken, dat de heeren de
vorige keer wel vrees haddon.
De heer Busch vindt al die huivering van den Raad denk
beeldig. Het gevaar van een tank bij de spoorlijn is heel wat
grooter, en als men werkelijk zoo huiverig is, moet de Voorzit
ter maar eens eon agent sturen naar het station Soest, alwaar
een verzameling ledige vaten van de O.B.I.M. aanwezig is,het
geen veel gevaarlijker is dan een tank. Men moet niemand in
zijn bedrijf belemmeren. Spreker stelt dan ook voor aan den
heer Willig ontheffing te verleenen en hem toe te staan een
tank te plaatsen met een inhoud van 20.000 Liter, omdat Spre
ker uit het ingesteld onderzoek gebleken is, dat geen gevaar is
te vreezen.
Wethouder Endendijk zegt dat het voor hem gelijk staat of
een tank van 6000 Liter of een tank van 50.000 Liter ontploft.
De Voorzatter stelt ten slotte voor het adres van den
heer Willig te' behandelen als een verzoek om ontheffing aan
den Raad. Hiertoe wordt besloten.
De heer Grootewal geeft dan in overweging te bepalen,dat
de inrichting zoodanig geconstrueerd moet worden dat geen
gevaar voor ontploffing, ook niet bij brand, is te duchten,
een en ander nader bij de Hinderwetvergunning te regelen.
Worden alle moderne beveiligingsmethoden aangebrachtdan kan
geen gevaar voor ontploffing ontstaan bij de tank en bij de
vulling
Dit voorstel in stemming gebracht, wordt aangenomen met
9 tegen 4 stemmen. Tegen stemden de heeren de Bruijn, Koenders,
van Klooster en Pronk.
26.EIGENDOMMEN.1e afd. no. 1790).
Behandeling van een aanvrage om koop van grond.
B. en W. deelen bij schrijven van 27 Januari 1951 mede.
dat dat door T.G.van den Ham prijsopgave is gevraagd van het
aan de Spoorstraathoek Rubenslaan gelegen perceel grond.
Overeenkomstig het advies van de Commissie van bijstand voor
het Grondbedrijf stellen B. en W. voor den prijs te bepalen
als volgt:
1.bij aankoop van de op de overgelegde teekening vermelde per-
ceelen 100,101 en 102 5,50 per M2.;
2.bij aankoop van enkel perceel 101 4,50 per M2.
B. en W. stellen voorts voor te bepalen, dat van genoemde
perceelen door de gemeente kosteloos grond zal kunnen worden
afgenomen voor de verhooging van andere gemaenteterreinen.
De heer