2 Februari 1931
19.
dat de v/ecnvuaer hieraan zijn aandacht zal schenken.
De heer Doorman zegt dat hij in de vergadering der
Commissie 0«W. reeds gevraagd heeft hoe het stond met het
z.g.Wegenplan 19.31 Spreker zal gaarne vernemen hoe het er
thans mee staat, en welke wegen het eerst zullen worden ver
beterd.
Wethouder Koenders antwoordt dat hij met het wegenplan
bezig is.
De heer Doorman zegt voorts dat hem een lacht ter oore
is gekomen omtrent den Noorderweg, waar het een modderpoel
is. Het vuil uit de sloot is langs en op den weg gedeponeerd.
De heer Gasille merkt op dat deze weg niet aan de gemeen
te toebehoort.
De heer Doorman meent dat het dan noodig tijd wordt, dat
die weg aan de gemeente wordi toegedragen.
De Voorzitter zegt dat slechts een gedeelte van den weg
aan de gemeente toebehoort.
De hoer Doorman zegt dat juist op dat gedeelte het vuil
uit de sloot neergegooid is. Spreker dringt derhalve op vuil-
verwijdering aan, terwijl de weg aangevuld zou kunnen worden
met grond. Spreker wijst er in dit verband op dat misschien
grond is te verkrijgen van de terreinen bij de Mariastraat,
of van den kerkbouw in de Nicuwerhoekstraat
De Voorzitter antwoordt dat B. en V/. aan een en ander
de vari'w9"on,^ëxeêinei' vraagt nog eens de aandacht voor
de afgraving van het hoogt naar Soesterberg,/e-fliet maken van
tumael dooi* "den beig° De tewerkgestelden bij de werkver
schaffing zouden hier oen zeer productief werk kunnen ver
richten.
De Voorzitter zegt dat B. en W. onlangs een conferentie
hebben gehad met den Directeur van Openbare Werken te Utrecht
en met de Nederlandsche Spoorwegen, inzake afgraving van
bedoelden berg ten behoeve van de ophooging van emplacementen
enz.,met het gevolg dat deze autoriteiten hieraan hunne aan
dacht zullen wijden.
De heer van den Breemer vestigt er voorts nog de aandacht
op dat aan den Kleine Melm wellicht grond te koop is.Spreker
vindt het beter dat men bij het vrijkomen van gelden overgaat
tot het koopen van grond of huizen, dan dat men het geld op
nieuw belegt in obligaties.
De heer Hilhorst wil aanbrenging van een paar licht
punten aan den Lange Brinkweg.
De Voorzitter zegt dat deze aangebracht zullen worden,
zoodra het daarvoor benoodigde crediet is goedgekeurd.
De heer Pronk vraagt hoe het staat met de uitbreiding
der waterleiding in de Birkstraat.
De Voorzitter zegt dat deze zaak in behandeling is.
De heer de Bruijn verzoekt zoo spoedig mogelijk een
aanvang te maken met het aanbrengen der rioleering in den
Rijksweg ten behoeve waarvan in deze vergadering een crediet
is toegestaan. Deze werkzaamheden zouden dan nog bij wijze
van werkverschaffing kunnen worden uitgevoerd. Spreker vraagt
voorts of de bestrating van het gedeelte Soesterbergsche—
straat tot de Eikenlaan reeds gegund is, en zoo ja wanneer
met die werkzaamheden wordt begonnen.
Wethouder Koenders zegt dat morgen de gunning van het
werk zal plaats hebben.
De