16 Bebruari 19)25
voor onaangename verrassingen komt 'e staan, meent dat derge
lijke toestanden goed uitgezocht behooren te worden. Er kunnen
nog wel meer van zulke zaakjes te vinden zijn,
Alle aangeboden ontwerp—besluiten worden hierna zonder
hoofdelijke stemming vastgesteld.
4COMPTABILITEIT (4e afd»nx-17J8).
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging
van het raadsbesluit van December 19)1 houdende machtiging
tot opname van kasgeld voor 1932.
Bij genoemd besluit werd B. en W machtiging verleend om
ten behoeve der kasgeldvoerzieningen voor den dienst van 1932
voor opnamen bij de Nederlandsche bank in onderpand te geven de
aan de gemeente toebehooren.de effecten (obligaties.Het is
B. en W, nadien bij een onderhoud met Gedeputeerde Staten ge
bleken, dat dit ooilege wellicht niet ongenegen zou zijn even
eens goedkeuring te verleenen aan het ten behoeve van genoemde
bankinstelling in onderpand geven van de gemeentelijke in
schrijvingen op het grootboek der Nationale Schuld. Aangezien
het voor kasgeld opnamen voor den loopenden dienst noodig kan
zijn, dat ook deze stukken in onderpand worden gegeven, bieden
B. en W. een besluit tot wijziging van het raadsbesluit dd. 23
Dec.1931, nr.1738a ter vaststelling aan.
De heer Busch vraagt of het wel noodig is, dat het aange
boden besluit vastgesteld wordt. Spreker zal in dit verband
gaarne vernemen of het beschikbaar zijnde kasgeld^voldoende is
voor de noodige betalingen. niet
De Voorzitter zegt dat de in het besluit bedoelde belee
ning thans nog niet noodig is, doch het zou kunnen voorkomen
dat deze beleening noodig kon zijn. Daarom wordt het besluit
ter vaststelling aangeboden^
Na een opmerking van den heer Nooder omtrent beleening
van effecten, wordt het voorstel van Burgemeester en Wethou
ders zonder hoofdelijke stemming aangenomen, en het ontwerp
besluit vastgesteld.
5.RIJKSUITKEERING. (4e afd. nr.2265).
Behandeling der door den heer T.Bleeker ingediende motie
om adhaesie te betuigen aan een adres der Vereeniging van
Nederlandsche Gemeenten aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
inzake aantasting der gemeentelijke autonomie in verband met
het wetsontwerp tot tijdelijke korting op de Rijksuitkeering.
Burgemeester en Wethouders deelen bij schrijven van 8
Januari j.l.nr.2265 o.m. mede, dat zij zich met den inhoud van
bovenbedoeld adres volkomen kunnen vereenigen. Echter voelen
zij zich niet gedrongen aan dit adres adhaesie te betuigen, en
dit wel op grond van de omstandigheid dat het adres is uit-r
gegaan van de Vereeniging van Nederlandsche Gemeenten, waarvan
ook deze gemeente lid is. Deze vereeniging heeft o.m. ten doel
de behartiging van de belangen der Nederlandsche Gemeenten.
Door zich met het verzoekschrift te richten tot de Tweede
Kamer der Staten-Generaal is de genoemde vereeniging voor de
belangen der Gemeenten opgetreden, zoodat B. en W. het niet
noodig achten, dat de gemeente Soest als lid der meergemelde
vereeniging aan het ook mede namens haar uitgegaan adres ad
haesie betuigt. Had de vereeniging van Nederlandsche Gemeen
ten het belang van de adhaesiebetuiging ingezien, dat zoude