86. houden der plantsoenen qp andere wijze te doen geschieden dan thans plaats heeft, n.1. door deze werkzaamheden uit te be steden. Spreker heeft er nu geen bezwaar tegen om den thans bestaanden toestand voor dit jaar te handhaven, doch Spreker meent dat voor het volgend jaar ernstig dient te worden over wogen om een andere regeling te treffen. De werkzaamheden dienen uitbesteed te worden, waartoe een inschrijving moet worden gehouden. Tot deze inschrijving moeten toegelaten worden de bloemisten en tuiniers, die met die werkzaamheden vertrouwd zijn. Iedereen neet dus niet tor die inschrijving worden toegelaten, doch alleen die personen, die in staat zijn de werkzaamheden naar behooren te vervullen. Bovendien is de gunning een reclame-object voor de eigen zaak van den be trokkene, die in de gelegenheid is te tconen wat hij kan» Spreker acht het dus gewenscht dat omtrent deze aangelegenheid de noodige besprekingen worden gehouden om het door hem voor gestelde te kunnen bereiken- De heer Grootewal vraagt den betrokken Wethouder of men over ft algemeen tevreden is omtrent den tegenwoordigen gang van zaken of dat er redenen zijn om naar een andere werkwijze om te zien. Wethouder Lodeesen deelt mede, dat hij geen klachten ver nomen heeft. De heer Grootewal merkt op dat, wanneer er geen klachten zijn, men zeker tevreden is. Spreker vraagt of de Wethouder zelf al dan niet klachten heeft. Wethouder Lodeesen zegt dat hij voor zich zelf al gauw tevreden is, en dat hij zich liever houdt aan het oordeel van anderen. De heer Grootewal, die van meening is, dat de plantsoenen er keurig uitzien, wil nu niet uitkijken naar een andere werk wijze, temeer waar men nu tevreden is. Het zou niet van zaak kundig inzicht getuigen, wanneer men nu maar zonder meer naar veranderingen uitziet. Het is beter om de plantsoenen eenigen tijd door denzelfden persoon te laten behandelen, en dat men dan later de zaak nogmaals overweegt. Elk jaar een andere re geling vindt Spreker ongewenscht. De Voorzitter vindt het beter deze zaak in handen te stellen van B. en W. om prae-advies uit te brengen bij de be handeling der begrooting 1955» Mejuffrouw Punke sluit zich aan bij het gezegde van den heer Grootewal. Kaar de meening van Spreekster zien de plant soenen er dit jaar aanmerkelijk beter uit dan vorige jaren. Bovendien worden de planten betrokken uit de kweekerij der ge meente, hetgeen een bezuiniging is. Wanneer de thans bestaande toestand niet gehandhaafd zou worden, zou men volgens de over gelegde rapporten een persoon moeten benoemen op een jaarwed de van 1800,= - 2400,=, terwijl men bovendien nog in som mige gevallen deskundige adviezen moet inwinnen. Spreeksterdie erop wijst dat men rekening moet houden met de financiën, meent dat de thans bestaande toestand moet worden gehandhaafd. De heer Endendijk is van oordeel dat men de nuchtere wer kelijkheid onder oogen moet zien. Spreker sluit zich dan ook bij de beschouwingen van Mej.Punke aan. De thans bestaande re geling is goedkooper dan dat men tot veranderingen overgaat. Het maakt bovendien een groot verschil uit wanneer men de werk zaamheden

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1932 | | pagina 172