88. besteding geen sprake is. Spreker vindt deze aangelegenheid een zaak van louter bedrog, zoodat hij het noodzakelijk a^t, dat B. en W., zoowel aan den Raad als aan Ged.Staten de waarheid zeggen. De Voorzitter zegt dat het hier slechts een formeele questie is. De heer Busch blijft van oordeel dat het hier geen sy steem van werken is. De wegen zijn reeds aangelegd, en nu moet eerst een besluit, betrekking hebbende op dien aanleg, genomen worden. De Voorzitter zegt dat Ged.Staten van oordeel zijn dat het hier een onderhandsche aanbesteding van werk betreft. B.en W. meenen evenwel dat hier geen sprake is van een onder handsche aanbesteding, aangezien/de mededinging tot uitvoering van het werk voor niet meer dan één gegadigde werd opengesteld. Om moeilijkheden te voorkomen stelt Spreker voor het aangeboden besluit vast te stellen. De heer Busch is tegen het voorstel Van B. en W.,daar als regel toch een openbare aanbesteding wordt gehouden. Ie heer Nooder meent dat het toch wel eenig verschil maakt met een gewoon geval, daar de aanleg immers niet door de gemeente wordt betaald, doch door de N.V. "De Heidebloesem" De Voorzitter zegt dat de gemeente hier eigenlijk maar kassier is, daar de "Heidebloesem" alles betaalt. De heer Busch zegt nogmaals het toe te juichen, dat deze zaak tot oplossing is gebracht, doch hij vindt den gang van zaken niet juist. De heer Endendijk wijst er op dat hier een opdracht wordt gegeven aan een bepaalde firma. Spreker vindt het dwaas dat Ged.Staten zeggen dat het hier een onderhandsche aanbesteding betreft. Wij zijn nu zoo goedig^om aan het verlangen van Ged. Staten tegemoet te komenDus zóó bekeken, is er wel sprake van verlakkerij De heer Busch wenscht stemming omtrent het voorstel. De heer Gasille zegt dat Ged.Staten eigenlijk hun zin willen doordrijven. Spreker vindt het kinderachtig van Ged. Staten dat ze zich nu op een dergelijk standpunt plaatsen. Het is flauw van Ged.Staten om nu van den Raad te verlangen het besluit te nemen tot onderhandsche aanbesteding. Wethouder van Duren deelt nog mede, dat de heer Hospers er indertijd op gewezen heeft dat Ged.Staten wel een derge lijk besluit zouden verlangen. De heer Busch zegt dat hij zijn stem niet zal geven aan het voorstel van B. en W. Spreker verlangt mitsdien stemming Dit voorstel wordt door den heer Gasille ondersteund. De heer Grootewal vraagt zich af wat er zal gebeuren, wanneer het voorstel van B. en W. niet aangenomen wordt. Het voorstel van den heer Busch om niet in te gaan op het voorstel van B. en W.,doch aan Ged.Staten de toedracht van zaken mede te deelen, wordt hierna in stemming gebracht, en verworpen met 9 tegen 4 stemmen. Vóór het voorstel stemden Mej.Punke en de heeren Gasille, Grootewal en Busch. In ver band hiermede is het voorstel van B. en W. aangenomen en het desbetreffend ontwerp-besluit vastgesteld. 84.PERSONEEL (4e afd.nr.1736) Behandeling van het rapport der salariscommissie inzake herziening van loonen van gemeentepersoneel met voorstel van Burgemeester en Wethouders. B. en W.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1932 | | pagina 176