116.
Raad Spreker wil er nog op wijzen, dat de behandeling van
dergelijke zaken veelal herrie in den Raad zou veroorzaken,
hetgeen niet gewenscht is. Spreker wil dus de beslissing
aan den Burgemeester laten. Waarom moet nu een einde gemaakt
worden aan een bestaande usance, volgens welke de Burgemees
ter heeft te beslissen, vraagt Spreker. De afwijzing van het
verzoek uit Soesterberg om een lunapark te mogen houden,mag
naar Sprekers oordeel geen aanleiding zijn om een beslissing te
nemen als thans wordt voorgesteld.
De heer Grootewal meent dat de heer Endendijk inconse
quent is, daar de eene zaak toch gegroeid is uit de andere.
Naar Sprekers oordeel moet de Raad zich over de aanvragen tot
het houden van kermissen,lunaparken e.d. uitspreken. Zulks is
ook logisch. De burgerij oefent immers invloed uit op den
Raad, zoodat deze ook behoort te beslissen. tóen moet boven
dien bedenken dat men aan een Burgemeester vastzit voor 6 jaren
waardoor de mogelijkheid zou kunnen bestaan, dat dergelijke
gelegenheden nimmer werden toegestaan, terwijl de Raad wel
licht een andere meening kan zijn toegedaan. Spreker, die ook
nog eens wijst op de voordeelen, welke Maartensdijk heeft ge
had en de stroppen, welke Utrecht heeft gehad, acht het dus
meer consequent en meer in overeenstemming met de werkelijk
heid, dat de beslissing aan den Raad gegeven wordt. Een der
gelijke behandeling van zaken is geen unicum, aangezien in
vele gemeenten een dergelijke beslissing aan den Raad is.
De heer Endendijk zegt dat hij niet inconsequent is.Het
gaat hier over de wijziging der Politieverordening, en zulks
heeft niets te maken met het bereiken van een doel tot op
richting van een sportpark te Soesterberg.
De Voorzitter die er nog op wijst dat hij zijn stand
punt in een nota heeft uiteengezet, acht het wenschelijk dat
geen wijziging in de bestaande regeling wordt aangebracht.
De heer van Klooster geeft in overweging de besprekingen
te bekorten, waarna de algemeene beschouwingen worden geslo
ten.
Vervolgens wordt tot de artikelsgewijze behandeling over
gegaan.
De voorgestelde wijziging van art.6 wordt hierna in stem
ming gebracht.
De stemmen staken, zoodat^in de volgende vergadering op
nieuw gestemd moet worden. Vóór het voorstel stemden de hee-
ren Busch, Nooder, Mej.Punke, de heeren Gasille, Grootewal en
van Dam terwijl de heeren Hornsveld, Lodeesen, van Duren,
van Klooster, Endendijk en van den Breemer tegen stemden.
De voorgestelde wijziging van art.61 wordt hierna zonder
hoofdelijke stemming aangenomen, terwijl omtrent de voorge-?
stelde wijziging van art.158 de stemmen wederom staakten.Vóór
het voorstel stemden wederom de heeren Busch, Nooder, Mej.
Punke, de heeren Gasille, Grootewal en van Dam, en tegen de
heeren Hornsveld, Lodeesen, van Duren, van Klooster, Enden
dijk en van den Breemer, zoodat ook hierover in de volgende
vergadering opnieuw moet worden gestemd.
107.COMPTABILITEIT. (4e Afd. no. 21/184, 21/211),
Vaststelling van besluiten tot begrootingswijziging voor
het dienstjaar 1952.
De heer Gasille wijst erop, dat in een der besluiten het
volgnummer