27 Juli 19>2 121=
De heer Nooder kan niet de meening deelen van cie leden,
die van oordeel zijn dat het gasbedrijf over eenigen tijd
niets meer waard zal zijn. Ook het gasbedrijf ral andere we
gen moeten inslaan De electriciteit is niet zooveel goed—
kooper, doch juist de reclame daarvoor veroorzaakt de meerdere
afname. Spreker meent dat ook voor het gas een juiste reclame
gemaakt moet worden, waarbij gewezen moet worden op de voor-
deelen van het gasverbruik. Spreker is van oordeel dat geen
wijziging moet worden gebracht in de afschrijvingspercentages.
De heer Grootewal wil een anderen vorm van do percentages
van afschrijving samenstellen. Door eeniga wijziging in do
percentages aan te brengen zal men er wellicht ook komen zonder
dat het bedrijf schade wordt aangedaan.
Wethouder van Duren wijst erop dat hier geen lapmiddelen
worden toegepast, zooals door den heer Busch beweerd word.:.
Hier worden reëele middelen gebruikt. Fictieve afschrijvingen
zouden juist lapmiddelen zijn. Met de voorgestelde afschrij
vingen is men er. Spreker, die er op wijst, dat, wanneer het
bedrijf met 3000,= staat of valt, het er wel treurig uit
ziet. Spreker zegt voorts dat er bij de vaststelling der be
grooting nog wel valt te bezuinigen. Zoo is er b.v.een -werk
man, die veel geld kost, en die wel gemist kan worden, ter
wijl er voorts nog wel andere bezuinigingen aan te brenger-
zijn. Spreker zegt dat natuurlijk al het mogelijke zal worden
gedaan om verhooging van den gasprijs te voorkomen.
De heer Busch wil voorstellen om de questie der afschrij
vingen te behandelen bij de begrooting voor het dienstjaar
193)-
De Voorzitter zegt dat zulks niet mogelijk is.
De heer Busch meent dat B. en W. den Raad dus feitelijk
voor een voldongen feit stellen. Men eischt nu bij de leening,
dat deze geheel door de afschrijvingen is gedekt.
De heer Nooder vraagt of het bedrag ontstaande uit de
laatste afschrijving, niet na 40 jaren in zijn geheel kan
worden afgelost.
De Voorzitter wijst erop dat het niet wenscheiijk is om
de verlaagde afschrijvingspercentages te handhaven, daar men
dan het risico van het bedrijf legt op het toekomstig ge
slacht. Op een dergelijke wijze mag men geen bedrijf opzetten.
Spreker, die zegt dat momenteel alleen maar een leening kan
worden gesloten voor het gasbedrijf en voor openbare werken,
wijst erop dat het aflossingsplan van 40 jaren, zooals dit nu
is samengesteld, de goedkeuring zal verkrijgen van Gedeputeer
de Staten. Een bedrijf dient gefinancierd te worden door een
leening, en om bedrijfszekerheid te hebben, moeten de afschrij
vingen gelijk zijn aan den looptijd der leening. Na 40 jaren
moet de zaak schoon zijn. Spreker vestigt er tenslotte nog de
aandacht op, dat de toestanden over 40 jaren wellicht geheel
anders zullen zijn, en dat men dan misschien de electriciteit
uit de lucht verkrijgt. De techniek zal zich misschien zooda
nig ontwikkelen, dat geen fabriek meer noodig is.
De heer Busch geeft toe dat men de toekomst niet weet,
doch Spreker vindt het door den Voorzitter naar voren gebrach
te wel een beetje te Jules Verne-achtig .Waar men thans een
toestand heeft, die ons op een keerpunt brengt,vindt Spreker
het wel raadzaam dat met de behandeling dezer zaak gewacht
wordt