1}4 De heer Endendijk merkt op dat de heeren Busch en Gasil- le principieel gelijk hebben. Spreker kan zich echter wel in den, dat B.en W. gedacht^hebben, dat de Eaad de schenking wel zou willen aanvaarden. Zóó bekeken is de handelwijze van B.en W. wel vergeeflijk. Minder vergeeflijk is het dat B. en W. nu eerst een crediet aanvragen, hetgeen al verbruikt is, temeer waar het College onlangs nog beterschap heeft beloofd toen zich iets dergeli jksjheef t voorgedaan. Spreker vindt het erg jammer dat het College nog geen leergeld genoeg heeft betaald, daar de Raad toch meermalen zijn afkeuring heeft uitgesproken over een dergelijke handelwijze. Alhoewel het hier een ernsti ge fout betreft, hoopt Spreker dat het College beterschap be looft. Spreker zal in dit geval nog eens vóór het voorstel stemmen om B. en W. een niet al te bespottelijk figuur te la ten slaan. De heer Grootewal meent dat de manier, waarop deze aan gelegenheid naar voren wordt gebracht, niet te verdedigen is. Zoodra de fout ontdekt werd, moest men dit erkend hebben en behoorde den Raad het noodige besluit ter vaststelling aange boden te worden. Spreker vraagt zich af wat er zal gebeuren wanneer dit voorstel afgestemd wordt. Het gevolg hiervan zal dan zijn dat B. en W. uit eigen zak het benoodigde crediet moeten betalen. B. en W. zouden dan eens leergeld betalen. Spreker gelooft dat hier geen sprake is van opzet,doch een dergelijke nonchalance mag niet plaats hebben. Spreker, die zal tegenstemmen, meent dat B.en W. de kosten behooren te be talen. De heer Nooder zegt eveneens een woord van protest te moeten uiten. Spreker, die het optreden van B. en W. in deze zaak dictoraal vindt, meent dat de Raad er om moet denken dat aan zijne zelfstandigheid niets wordt onttrokken. Spreker zal tegen het voorstel van B.en W.stemmen om redenen van formeelen aard. Mejuffrouw Eunke zegt zich te kunnen vereenigen met het gezegde van de heeren Grootewal en Gasille. Spreekster meent evenwel dat de dieren niet het slachtoffer mogen worden van een verkeerde handeling van B. en W. Daarom zal Spreekster voor het voorstel van B. en W-»-stemmen. De heer van Klooster meent ook dat hier door Burgemeester en Wethouders een fout is gemaakt, doch hij zou den tegenstan ders van het voorstel willen vragen om vóór te stemmen, omdat gebleken is, dat de fontein in een dringende behoefte voor ziet, zoowel voor mensch als voor dier. In de Financieele Com missie is deze aangelegenheid ook besproken, en ter toelich ting is toen medegedeeld, dat B. en W. eerst in den waan waren dat de kosten van plaatsing niet zoo hoog zouden zijn.Spreker kan zich den gang van zaken zeer goed indenken. Waar de fon tein dus aan vele behoeften voorziet, en de zaak van te weinig beteekenis is om tegen te stemmen, acht Spreker het beter om vóór te stemmen. De heer Busch zegt dat het honderden malen is gebeurd dat B. en W. op een dergelijke wijze den Raad iets ter beslissing voorzetten. Spreker meent dat B. en W. openlijk hadden moeten zeggen: we zijn te voorbarig geweest. B. en W. hebben al meer malen de belofte gedaan niet meer zoo te zullen handelen.Het gaat,

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1932 | | pagina 268