28 September 1932 144.
De Voorzitter zegt het voorstel terug te zullen nemen en
rekening te zullen houden met de verschillende wenschen. De des
betreffende raadscommissie zal dan ook omtrent deze aangele
genheid gehoord worden.
De heer Nooder verzoekt nog de namen der voorgedragenen
in alphabetische volgorde te plaatsen.
De Voorzitter zegt dat ook met dezen wensch rekening zal
worden gehouden.
Hierna wordt de vergadering geschorst.
Na heropening wordt aan de orde gesteld:
133.ZWEMBAD (1e afd.no1447)
Mededeeling van Burgemeester en Wethouders in verband
met het rapport der raadscommissie inzake oprichting zwembad.
In hun schrijven dd. 21 September j.l.doen Burgemeester
en Wethouders eenige mededeelingen omtrent den stand van zaken
met betrekking tot de plannen tot oprichting van een natuurbad.
Zij wenschen aan de Raadcommissie en den Technischen dienst
openlijk dank te betuigen voor de wijze, waarop zij zich van
hun moeilijke taak hebben gekweten, en vertrouwen dat de Raad
hiermede zal kunnen instemmenf Op grond van de mededeelingen,
vervat in hun genoemd schrijven, adviseeren B. en W. voorloopig
met die mededeelingen genoegen te nemen, aangezien zij het in
het belang van een goeden gang van zaken wenschelijk vinden
eerst het advies der Gezondheidscommissie en het bericht van
de bevoegde autoriteiten omtrent het verkrijgen eener Rijks
subsidie in de loonen, welke voor het werk in werkverschaffing
zullen worden betaald, af te wachten.
De heer Endendijk deelt als voorzitter der Commissie
inzake oprichting der zweminrichting mede dat genoegen wordt
genomen met de door B. en W. verstrekte mededeelingen, zulks
in verband met de voorbereidingen welke nog met betrekking tot
deze aangelegenheid moeten plaats hebben.
Nadat de noodige adviezen en berichten zijn ingekomen
zal de behandeling dezer zaak in een volgende vergadering af
zonderlijk plaats hebben.
134.BOUWPOLITIE (1e afd.nr.20).
Behandeling van een adres van A.H.J.Hartemink, waarbij
deze in beroep komt van een besluit van B. en W.inzake weige
ring van een door hem gevraagde ontheffing van een bepaling der
Bouwverordening
Burgemeester en Wethouders deelen mede, dat ook door den
Raad afwijzend op het beroepschrift zal moeten worden beschikt,
op grond van de overweging dat in het onderhavige geval niet
van toepassing is het bepaalde in artikel 14 sub VI der Bouw
verordening, aangezien het te bebouwen terrein niet is begrensd
door gebouwen voor de wijziging der verordening van 17 Decem
ber 1923- Voorts deelen B. en W. mede, dat zij zich niet kun
nen vereenigen met het advies der Commissie Openbare Werken om
over te gaan tot wijziging der Bouwverordening, teneinde de mo
gelijkheid te scheppen, dat ook voor bebouwing aan de Middel
wijkstraat kan worden volstaan met een open ruimte van minstens
2-^ Meter aan weerszijden tusschen elk gebouw en elke erfafschei
ding, in stede van 5 Meter. De redenen,waarom zij zich niet
kunnen vereenigen met bedoeld advies, zijn vermeld in hun
schrijven dd. 20 Sept.1932, no.20.
De heer