I
28 September 1952145»
De heer Busch zegt zich niet met het voorstel van B.-en W.
te kunnen vereenigen. B. en zeggen in hun schrijven dat het
niet aangaat de Bouwverordening te wijzigen voor een persoon,
doch Spreker wil even opmerken dat het hier nier geldt het be
lang van één persoon, maar van tallooze. Volgens de vroegere
Bouwverordening gold een open ruimte tusschen het perceel en de
zijerfafscheiding van 2-g- Meter. Naar aanleiding dezer bepaling
zijn destijds aan de Middelwijkstraat gronden verkaveld teneinde
op elk grondperceel, dat een waarde heeft van 4000,= ,een dub
bel woonhuis te kunnen stichten. Wordt de door de Commissie
Openbare Werken voorgestelde wijziging der Bouwverordening niet
aangenomen, dan zal de grond te duur zijn om daarop een enkel
woonhuis te stichten. Bovendien zal er dan geen werkgelegenheid
komen. Spreker wijst er voorts op dat hier iets gebouwd zal
worden wat aan de aesthetica voldoet. Verder zegt Spreker dat
hij niet van oordeel is dat een afstand van 2Meter uit de zij-
erf af scheiding een leelijk idee geeft. Aangezien bedoelde af
stand vóór de thans bestaande Bouwverordening 2h Meter bedroeg
ejntiof en thans nog voor de Torenstraat en de/4iÉiiiiwi jbstraat een ge
lijk© open ruimte geldt, terwijl aan de twee laatstgenoemde
Straten ook gesloten bebouwing is toegestaan, meent Spreker dat
ook Toor de Middelwijkstraat een open ruimte bepaald moet wor
den van Meter. Spreker betoogt uitvoerig, dat meer bebou-
wingsgelegenheid moet worden gegeven, en zulks kan bereikt wor
den door een kleine wijziging der Bouwverordening, als door hem
Bedoeld*
De heer van Klooster zegt dat hij zich geheel aansluit bij
het gezegde van den heer Busch, die het woord gevoerd heeft na
mens de Commissie Openbare Werken.
De heer Endendijk zegt het niet eens te zijn met den heer
Busch* Waar Sprekers oordeel moet men niet naar de vroegere
toestanden kijken, doch vooruitzien. De bebouwing moet aan den
hoofdweg op hooger peil gebracht worden door een afstand van 5
Meter aan te houden tusschen huis en erf afscheiding. Spreker
zou zelfs nog liever een grooteren afstand bepaald zien. Deze
zaak mag voor den betrokken persoon zeer onaangenaam zijn,doch
men moet de zaak bezien over den persoon heen. Spreker gaat dus
volkomen accoord met het voorstel van B. en W. Wanneer er geen
andere mogelijkheden zijn, is Spreker spoedig te vinden voor
het verleenen van ontheffing, doch hier zijn wel degelijk ande
re mogelijkheden. Spreker meent dus dat de thans bestaande be
paling in de Bouwverordening moet worden gehandhaafd.
De heer Casille is het geheel eens met den heer Endendijk.
Aan den hoofdweg moet zoo mooi mogelijk gebouwd worden. De heer
Kleijn, die onlangs ook aan den hoofdweg heeft gebouwd, heeft
ook geen ontheffing gekregen van de zijscheiding.Spreker meent
dat men ook nu van de Bouwverordening niet mag afwijken.
De heer van den Breemer die zelf ook een perceeltje aan
de Middelwijkstraat heeft liggen, is voor het verleenen der
ontheffing. Spreker zegt niet vooruit te kijken, doch hij kijkt
liever terug, en moet dan opmerken, dat de ruimte tusschen de
woningen te Soestdijk vroeger grooter was. dan tegenwoordig, nu
daar de gesloten bebouwing wordt toegepast.
De heer Grootewal meent dat ieder geval op zichzelf dient
te worden beschouwd. Men dient verbeteringen aan te brengen in
evenredigheid met de omgeving. Het gaat niet aan zoo ineens ver
beteringen aan te brengen in gedeelten der gemeente, welke
vroeger