- ]6 Februari 195215-
De Voorzitter antwoordt hierop ontkennend daar de
gemeente het perceel niet noodig heeft.
De heer Busch vraagt of het college gedacht heeft over
een eventueel exploitatieplan.
De Voorzitter deelt mede, dat over een exploitatie niet
gedacht is.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders om niet op
het aanbod van den heer Vel'lekamp in te gaan, wordt hierna
zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
.KEURINGSDIENST
De Voorzitter brengt hierna in behandeling de opmer
kingen van den heer Grootewal met betrekking tot de beschik
baarstelling van een snel vervoermiddel voor den hulpkeurmees
ter. Spreker zegt, dat over deze aangelegenheid verschillende
besprekingen zijn gevoerd, daar het hier een moeilijke kwes
tie betreft. Spreker zegt dax inderdaad bij de behandeling
der begrooting was toegezegd, dat Burgemeester en Wethouders
met nadere voorstellen zouden komen. Het college heeft echter
gemeend dat op den ouden weg moest worden voortgegaan, en
dat dus niet meer dan 400, voor een snelvexvoermiddel
moest worden toegestaan, daar dit bedrag naar het oordeel van
het College voldoende is. Spreker wijst er vervolgens op^dat
de vleeschkeuringsdienst in deze gemeente eigenlijk uit een
en een kwart man bestaat. De heer Winter, die het hoofd van
den dienst is, beschikt zelf over een auto, en daarnaast
staat de hulpkeurmeester, die zelf geen snelvexvoermiddel
heeft. Deze hulpkeurmeester mag vele afstanden hebben af te
leggen, doch naar Sprekers oordeel kan deze ambtenaar bij
het noodige overleg best op bescheiden wijze van een auto ge
bruik maken, zoodat het bedrag van 400,= niet overschreden
behoeft te worden. Wat den omvang van den dienst verder be
treft, wil Spreker even opmerken, dat het hem buitengewoon
is opgevallen, dat bij de keuringen in de winkels in 1950
slechts eén proces-verbaai door den hulpkeurmeester is opge
maakt, welk verbaal werd opgemaakt naar aanleiding van een
klacht. In 1951 werd door hem geen enkel proces-verbaal op
gemaakt. Wat de huisslachtingen betreft, merkt Spreker op,
dat de hulpkeurmeester het de laatste maanden wel druk gehad
heeft doch in de overige maanden zijn de werkzaamheden
ook minder. Nu wordt er wel eens opgewezen, dat deze ambte
naar in het bezit is van een certificaat van den dokter,
waaruit blijkt dat hij geen motor mag berijden, doch Spreker
kan zich niet voorstellen, dat de menschen, die een motor
berijden, last hebben van keelaandoeningen, temeer daar
toch ook op het stuur een z.g. windvanger is aan te brengen.
Spreker, die een bedrag van 500,= te hoog vindt, wijst er
op, dat de dienst zelfs geen behoorlijke voorwaarden kon op
geven, waarnaar een openbare inschrijving tot beschikbaar
stelling van een auto moest worden gehouden. Alleen werd op
gegeven, dat per jaar plm. 9000 K.M. moeten worden afgelegd.
Een openbare inschrijving kon dus zeer moeilijk worden gehou
den. Spreker verklaart dat het College van oordeel is, dat
het niet noodig is dat de
hulpkeurmeester geregeld over een auto moet kunnen beschikken
Spreker meent dan ook dat geen hooger bedrag dan 400,=
moet worden uitgetrokken. Bovendien wijst Spreker er nog op,
dat met een motorrijwiel meerdere plaatsen zijn te bereiken
dan met een auto.