157.
n. Ben schrijven van den rechtskundigen adviseur der Gemeente,
prof. Mr. F.A.Molster te Amsterdam, inhoudende de mededeeling,
dat hij "bericht heeft ontvangen van de advocaten van W.A.Hil-
horst, dat hun cliënt weigert de ontworpen dading te teekenen,
en dat aan het Hof verzocht zal worden arrest te wijsen.(No.952)
De Voorzitter wijst er op, dat het in de vorige vergadering
genomen besluit tot het treffen der bedoelde dading nu ingetrok
ken zal moeten worden.
De heer Busch merkt op dat in de vorige vergadering omtrent
deze aangelegenheid door den heer Gasille medegedeeld is dat
Hilhorst niet met de dading accoord zou gaan. Spreker, die van
oordeel is dat door de gemeente niet correct is gehandeld,vindt
het gewenscht dat met den betrokkene over deze zaak gesproken
wordt. Het rechtsgevoel is niet bevredigd. Alvorens verdere kos
ten te maken, acht Spreker een onderzoek gewenscht of de stor
ting indertijd door de gemeente is afgedwongen vóór de instelling
van het Wegenfonds. Spreker verzoekt pogingen in het werk te
stellen om tot een vergelijk te komen.
De heer Gasille deelt mede dat hij bij den Secretaris alle
stukken heeft ingezien, welke op deze zaak betrekking hebben.
Het is Spreker gebleken, dat de Bouwverordening in 1923 op dit
punt is gewijzigd. In September van dat jaar werd door Hilhorst
een bouwaanvrage gedaan voor een huis aan den Vinkenweg. Alhoe
wel de wijziging der Bouwverordening toen nog niet door Gedepu
teerde Staten goedgekeurd was, probeerde men Hilhorst te dwingen
tot een storting.^Eenzelfde geval heeft zich voorgedaan met de
heeren Flapper en Rademaker en Kareisen. In Maart 1924 kwam Hil
horst weer met een bouwaanvrage, doch de wijziging der Bouwver
ordening was inmiddels eind December 1923 door Gedeputeerde Sta
ten goedgekeurd. De heer Hilhorst heeft toen slechts een gedeel
te van die verordening gezien en deze heeft daarbij het gevoel
gekregen dat hij niet behandeld is geworden, zooals wel behoorde.
Uit de stukken is Spreker wel gebleken, dat Hilhorst tot storting
verplicht was. Op de kwitantie van storting staat evenwel ver
meld dat storting van het bedrag in het "Wegenfonds" geschiedde.
Y/aar dit fonds eerst in Mei 1924 werd opgericht, is de kwitantie
foutief gesteldr Wanneer de heer Hilhorst nu de ontworpen dading
teekent, doet hij afstand van alle rechten, zoodat hij ook bang
is dat hij de rente van Zijn geld niet zal ontvangen wanneer de
weg niet binnen den bij de verordening bepaalden tijd zal zijn
aangelegd. Spreker gelooft dat de heer Hilhorst wel wil teekenen,
wanneer de desbetreffende clausule zoodanig wordt opgevat, dat
hij zijn recht op rente niet verliest» Spreker verzoekt den Voor
zitter met deze zaak nog een paar dagen te wachten en derhalve
nu het raadsbesluit tot het treffen der dading niet in te trek
ken. Spreker zal deze zaak nog eens met den heer Hilhorst bespre
ken, en een oplossing is dan zeer goed mogelijk.
De Voorzitter heeft er geen bezwaar tegen dat deze kwestie
voorloopig nog aangehouden wordt, totdat iets naders bekend is.
o. E.en verzoek van den heer Buscjh tot aanneming eener motie, waar
bij Burgemeester en Wethouders worden uitgenoodigd op korten
termijn, zoo mogelijk na afloop dezer zitting, te komen met ob
jecten voor de werkverschaffing, een staat omtrent de vermoede
lijk beschikbare gelden en den vorm van voorziening der tegemoet
koming aan behoeftigen. (Mo.2685)
De Voorzitter leest de door den heer Busch voorgestelde motie
voor en vraagt of de heer Busch nog eenige toelichting wenscht
te geven.
/Be man weigerde te betalen, en tenslotte heeft hij De
bouwvergunning verkregen zonder storting.