174
voor 11.200,= en 8.474,40, en dezen grond te bestemmc-n voor
de stichting van een natuurbad.
III-voor de stichting van het na+uurbad een crediet vast te stellen
groot 50.000,=, verhoogd met 19.674,40 voor den grond, to
taal 69.674,40 of rond 70 000,=.
IV.vast te stellen de in ontwerp overgelegde besluiten tot wijzi
ging der grondbedrijfsbegrooting en gemeentebegrooting dienst
1932.
V.over te gaan tot den aanleg van wegen over het gemeentelijk
grondbezit begrensd door de Beetzlaan, Laanstraat en Nihuw
straat
VI.een crediet voor den onder V bedoelden aanleg te verieenen van
104.000,=, voorloopig ten laste van den Algemeenen dienst.
VII-te bepalen dat het onder Vi bedoelde bedrag na afloop der werk
zaamheden zal worden verdeeld tusschen het Grondbedrijf en den
Algemeenen dienst, een en ander in verhouding als in het voor
stel van B. en W is aangegeven.
VIII.aan het Rijk aan te vragen een subsidie in de kosten der Iconen
en na ontvangst dezer subsidie deze aan te wenden tot gedeelte
lijke dekking der kapitaalsuitgaven.
IX.de voor aanleg van den Nachtegaalweg en den Vinkenweg in het
Wegenfonds reeds gestorte bedragen mede aan te wenden tot ge
deeltelijke dekking van voormelde kapitaalsuitgaven.
X.in beginsel te besluiten tot het heffen van een baatbelasting
op die perceelen, welke niet behooren tot het eigendom der ge
meente, doch gelegen zijn aan de nieuw aan te leggen wegen en
mitsdien door den aanleg zijn gebaat.
XI.onder de sub X bedoelde belasting nie^ te betrekken die per
ceelen, waarvoor reeds voor den aanleg is gestort in het Wegen
fonds.
XII.Burgemeester en Wethouders uit te noodigen zoo spoedig moge
lijk een ontwerp-besluit ter vaststelling voor te dragen tot
inbreng van perceelen, welke deel behooren uit te maken van
het nieuwe complex,doch nog niet in het Grondbedrijf zijn in
gebracht
De Voorzitter deelt mede dat de Raad nu een uitspraak dient
te doen omtrent de al of niet aanvaarding van de voorwaarden,waar
onder het Rijk subsidie wenscht te verieenen in de kosten der werk
verschaffing. Deze voorwaarden zijn den Raad bekend, en wanneer
deze worden geaccepteerd, moet het gemeentebestuur tegenover den
Minister van Binnenlandsche Zaken de verklaring afleggen, dat het
zich verbindt geen enkelen maatregel ten aanzien van werkloozen-
zorg in te voeren of te laten invoeren, voordat het zich overtuigd
heeft, hoe de regeering tegenover de te nemen voorziening staat.
Spreker vraagt namens B- en W. machtiging bedoelde verklaring te
genover den Minister af te leggen.
De heer Nooder wil in de eerste plaats zijn dank betuigen
aan den Burgemeester, de leden van het college van B. en W. en den
technisch ambtenaar belast met de leiding van openbare werken voor
het buitengewone werk, dat zij binnen zeer korten tijd met betrek -
king tot de voorbereiding dezer aangelegenheid hebben gepresteerd.
Spreker noemt het een moeilijke taak voor den Raad om te besluiten
over de voorwaarden, welke de Regeering aan de gemeente wenscht op
te leggen. Volgens deze voorwaarden eischt het Rijk een groot ge
deelte van de vrijheid der gemeente op. De gemeente raakt dus een
stuk