'178 c geen rekening kan houden met- een enkele groep van personen, zegt dat B. en W. nier andere dan met groot leedwezen het thans in behandel eng zijnde voorstel moeten doen. De heer Nooder zegt wel zeer onder den indruk te zijn van de rede van den BurgemeesterSpreker wil naar aanleiding van de opmerking van den Voorzitter mededeelen, dat hij niet de bedoeling heeft gehad bepaalde personen te disgualificeeren. tiet gaat bij Spreker meer o'ïe.t het stelsel, en ook de vertegen woordigers der Regeering zijn de s; acht offers van het stelsel en van de lichamen waarvoor zij optreden» Blijkens de aan Spreker verstrekte inlichtingen is met het woord "slavendrijvers niet teveel gezegd. De Voorzitter zeg-, dat hij een dergelijk woord toch niet kan toelaten, waarna de heer Gasxlie nog opmerkt, dat de heer Nooder niet zoo zou spreken wanneer hij de bedoelde personen kende De heer Nooder zegt dit woord wel terug te willen nemen, daar de bedoeling toch wel duidelijk is. Spreker merkt voorts den heer Busch op dat hij en zijn medelid de Nies vertegenwoor digers zijn der arbeidersklasse en dat hij in deze vergadering wil zeggen wat hij wil ten behoeve der belangen van de arbei ders. Naar Sprekers meening zijn wel middelen te vinden voor dekking der kosten van de uit te voeren werken. Bedoelde wer ken zijn immers zakelijke ondernemingen, waarvoor geleend mag worden. De heer Grootewal kan zich niet vereenigen met de wijze, waarop de heer Nooder het wil aansturen om geld te verkrijgen. Wanneer men geld leent moet men het ook terugbetalen plus ren te. Geld terugbetalen is buitengewoon moeilijk, daar men het moet halen uit de zakken der gemeentenaren door middel van be- lastingverhooging. Men treft dan veel meer slachtoffers. Zoo» lang de heer Nooder dus niet met andere en meer steekhoudende middelen tot dekking komt, moet Spreker vóór het voorstel van B. en W. stemmen. De heer Nooder meent dat, wanneer het geld wordt gestoken in een zwembad en in wegenaanleg als bedoeld in het voorstel van B. en Wde rente en aflossing wel zullen worden opge bracht. Bedoelde werken zijn toch immers als productief aan te merken. De heer Busch wijst erop dat de heer Nooder principieel wel gelijk heeft dat het maken van een zwembad en het aanleggen van wegen als productief werk is te beschouwen. Gedeputeerde Staten zullen evenwel nimmer een geldleening ten behoeve van de uitvoering dier werken toestaan. Om te zorgen dat de arbeiders direct aan het werk kunnen gaan, dient men zich bij de Rijks- voorwaarden neer te leggen. Een andere regeling is practisch onmogelijk. Bovendien zou vaststelling eener andere regeling uitstel van werk beteekenen, hetgeen een teleurstelling voor de betrokkenen zou zijn. Het is Spreker dezer dagen gebleken, dat een solvabele arbeider een weekloon kan verkrijgen van plm. 17,50 Dit loon mag niet hoog zijn, doch Spreker had aanvan kelijk bezwaren omdat men minder dan 15,= zou verdienen. Nu evenwel niet minder dan 15,= verdiend wordt, valt dit bezwaar weg. Spreker herhaalt nog eens dat het gemeentebestuur gedaan heeft wat maar mogelijk was, en dat de belangen van de arbeiders nimmer verwaarloosd zullen worden. Spreker doet thans een be roep op den heer de Nies om de Rijksvoorwaarden te aanvaarden, daar

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1932 | | pagina 356