10 November 1932 179» daar de hoer de Nies als lid der Werkverschaffingscommissie ook zeer goed woet dat de belangen der arbeiders bij die com missie veilig zijn, en er verder niets meer te bereiken is. Mejuffrouw Funke vestigt er de aandacht op dat men deze zaak ook van de moreele zijde moet bezien. Menig arbeidei zal het toch moeten toa dchen wanneer hij niet tot werkloos heid gedoemd is, en dat, lij eenig werk zal kunnen verrichten. Het verrichten van productief werk moet den arbeider toch ook voldoening geven. Hierna wordt in stemming gebracht het voorstel van B.enW. tot aanvaarding der voorwaarden waaronder het Rijk subsidie wenscht te verleenen in de loonen e.a. der werkverschaffing en waarbij aan B. en W. machtiging verleend wordt tegenover den Minister de verklaring af te leggen dat het gemeentebe stuur zich verbindt geen enkelen maatregel ten aanzien van werkloozenzorg in te voeren of te laten invoeren vóórdat het zich overtuigd heeft hoe de Regeering tegenover de te nemen voorziening staat. Dit voorstel, in stemming gebracht, wordt aangenomen met 12 tegen 2 stemmen. Tegen stemden de heeren de Nies en Nooder. Vervolgens stelt de Voorzitter aan de orde de behandeling van het ontwerp-Reglement voor de gemeentelijke werkverschaf fing. Spreker vraagt of men ook algemeene beschouwingen wenscht te houden. De heer Busch meent dat alle beschouwingen over dit regle ment de werkverschaffing in gevaar zullen brengen, en dat de minste wijziging uitstel der werkverschaffing kan veroorzaken. Dit reglement is immers samengesteld volgens de voorschriften, welke het Rijk dienaa^flê gegeven heeft. Alles is gedaan wat maar mogelijk was om gunstige voorwaarden te bedingen, zoodat het Reglement geaccepteerd behoort te worden. Deze zaak is zeer verstandig bekeken en men kan nu toch geen veranderingen aanbrengen, daar de minste wijziging door den Minister niet goedgekeurd zal worden. Men moet hier de realiteit onder oogen zien.Spreker zou dan ook liever zien dat over deze zaak niet meer gesproken werd. De Voorzitter zegt dat hij het Reglement in bespreking moet brengen. Ieder lid heeft het recht opmerkingen te maken, en eventueel voorstellen te doen. De heer Nooder meent dus te moeten constateeren dat het een wassen neus is om nog verbeteringen aan te brengen. Spre ker vraagt evenwel of rekening zal worden gehouden met de door hem voorgestelde wijzigingen. De heer Grootewal vraagt of het mogelijk is redactiewij zigingen aan te brengen wanneer deze voorgesteld worden. Is wijziging niet meer mogelijk, dan is het ook beter cm er verder niet over te praten, en het reglement te aanvaarden, aangezien anders de werkverschaffing wel eens voorbij kon zijn. V/ethouder Lodeesen en de heer Endendijk ondersteunen de gedachte van den heer Grootewal. De Voorzitter wijst er op dat het reglement na overleg met de autoriteiten is ontworpen, zoodat het wel gewenscht is dat het in de voorgestelde redactie wordt aanvaard. Natuur lijk kunnen wijzigingen worden aangebracht, waardoor de moge lijkheid echter niet uitgesloten is dat eenige stagnatie in de uitvoering zal ontstaan. Ieder Raadslid heeft echter de bevoegdheid wijzigingen voor te stellen. Hierna

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1932 | | pagina 358