7 April 1952 44,
Ministers van Financiën en van Binnenlandsche Zaken en land
bouw tegen de beschikking van Gedeputeerde Staten dd. 29
Maart 1952, 5© afdeeling no. 1005/789 tot vaststelling over
het rekeningsjaar 1950 van het bedrag in art.42 van het ge
wijzigde Koninklijk Besluit van 4 Nov.1929,Stbl.no.476 door
letter u voorgesteld, en wel cp de gronden vermeld in het
overgelegde ontwerp-beroepschrift
Zonder hoofdelijke stemming wordt aldus besloten.
45.WERKLOOSHEID 5e afd.nr2246
De Voorzitter brengt vervolgens in behandeling het adres
van de niet-georganiseerde arbeiders, verzoekende hen voor
meerdere hulp in aanmerking te willen brengen.
De heer Busch stelt voor tegemoet te komen aan het ver
zoek van adressanten door de werklooze arbeiders een week te
laten werken, en de Commissie Werkverschaffing en Steunverlee-
ning te verzoeken een regeling omtrent deze zaak te treffen.
De Voorzitter deelt mede, dat het Burgerlijk Armbestuur
bereid is de noodige medewerking te verleenen. Spreker zou
op de ongeorganiseerden dezelfde regeling willen toepassen,
welke momenteel geldt voor de georganiseerden. Met het Bur
gerlijk Armbestuur zullen verschillende overeenkomsten worden
aangegaan en elk geval zal individueel worden beoordeeld.
De heer Busch acht het nohdig dat overleg wordt ge
pleegd met de Commissie Werkverschaffing en Steunverleening.
Zoo vestigt Spreker er nog de aandacht op, dat het wensche-
lijk is een aanvang te maken met het cultiveeren van gronden
nabij de Paltz. Zulks is een mooi object voor tewerkstelling
van werkloozen, terwijl daarvoor steun aan de Regeering ge
vraagd kan worden. Spreker verzoekt Burgemeester en Wethou
ders hieraan met ernst de aandacht te schenken.
De Voor itter zegt dat het Burgerlijk Armbestuur door
de bijzondere omstandigheden met een verhoogde crediet-aan-
vrage zal moeten komen. Spreker vertrouwt dan ook, dat de
Raad daartegen geen bezwaren zal hebben.
Het voorstel van den Voorzitter wordt hierna zonder
hoofdelijke stemming aangenomen.
46.ALGEMEENE ZAKEH.(1e afdeeling nr.2475).
Hierna wordt in behandeling gebracht het adres van het
"Comité Sportpark Soesterberg"verzoekende aan den Raad toe
stemming te verleenen tot het houden van een lunapark of een
voorjaarsfeestom o.a. uit de opbrengst daarvan gelden te
verkrijgen voor de oprichting van een sportpark.
De Voorzitter zegt dat dit adres gericht is tot den Raad,
doch dat deze niet bevoegd is daarvoor toestemming te ver
leenen Spreker stelt mitsdien voor adressanten te berichten,
dat zij zich hebben te wenden tot den Burgemeester als hoofd
der politie.
De heer Gasille zegt dat het hem voorkomt, dat, wanneer
de Raad zich in principe uitspreekt, dat het wenschelijk is
dat te Soesterberg op kleine schaal een lunapark wordt ge
houden, teneinde daarvoor gelden te verkrijgen voor het op
richten van een sportpark, de Burgemeester als hoofd der po
litie in het belang van Soesterberg moet handelen door de ge
vraagde toestemming te verleenen. Alhoewel de Raad in deze
niet bevoegd mag zijn een beslissing te nemen, wil Spreker
toch een ernstig beroep op den Burgemeester doen om de ge
vraagde toestemming te verleenen.