50. duizenden bezocht zal worden, zullen deze bezoekers zich zeker niet op hun gemak gevoelen wanneer de woonwagenbewoners in de onmiddellijke nabijheid van het natuurbad vertoeven- Het natuur bad is voor die woonwagenbewoners een zeer mooi arbeidsveld^Doch afgezien van deze omstandigheid, wi.jst Spreker erop, dat de woon wagenbewoners toch ook menschen zijn, dxe moeteu leven zoodat zij een behoorlijke standplaats dienen te hebben. Spreker vraagt zich in verband hiermede af hoe ze aan water moeten komen.Spre ker, die voorts zegt dat Soesterberg al aan de ee.ae zijde met het woonwagenkamp van Zeist is opgescheept, meent dat men aan de an dere zijde nu niet het woonwagenkamp van Soest moet stichten.Bur gemeester en Wethouders zijn in di+ opzicht op den verkeerden weg. Spreker stelt voor het kamp, hetzij voorgoed, hetzij voor tijde lijk, te vestigen achter de gebouwen van Openbare Werken. Baar :s een weiland, water enz. en kan men voldoende controle op de bewo ners uitoefénen, terwijl deze plaats ook geen schade zou doen a^n het natuurschoon. Spreker hoopt dat dit voorstel gesteund wordt door het mede-lid uit Soesterberg, den heer van Dam. De Voorzitter merkt den heer Nooder op dat de buurtschap Soesterberg eigenlijk al begint bij den spoorwegovergang Soest- duinen, zoodat de tegenwoordige standplaats ook reeds onder Soesterberg valt. De heer Busch begrijpt den heer Nooder niet dat deze de woon wagenbewoners niet te Soesterberg wil hebben, daar hij immers heeft gezegd dat de woonwagenbewoners toch ook menschen zijn, die moeten leven. Spreker zegt dat deze menschen natuur-mensohen zijn. zoodat zij daar in de natuur thuis behooren. Het adres van de Na tuurhistorische Vereeniging is Spreker dan ook niet recht duide lijk. Spreker meent dat de leden, die bezwaren tegen de door B. en W. voorgestelde plaats hebben, maar een betere plaats moe ten aanwijzen. Wanneer men het kamp achter de gebouwen van Openba re Werken gaat vestigen, dus midden in de gemeente, zal men vele inwoners schade berokkenen. Spreker, die er op wijst dat in nabu rige gemeenten goede woonwagenstandplaatsen zijn zoodat de woon wagenbewoners niet ongerust behoeven te zijn dat ze nergens met hun wagen kunnen vertoeven, meent dat men het kamp moet brengen op een plaats, in de omgeving waarvan zoo weinig mogelijk men schen wonen. De beste plaats is dus aan den Berg, welke niet zoo gemakkelijk met wagens bereikbaar is. Een plaats ter rechterzij de van den weg acht Spreker ongewenscht met het oog op het al daar aanwezige houtgewas. Wanneer men op laatstbedoelde plaats het kamp zou vestigen, zou men bovendien voor meerdere kosten komen te staan, als het vellen van boomen en het aanleggen van een weg. Spreker, die dus meent dat de door B. en W. voorgestelde plaats, welke van brandvrije strooken zal worden voorzien, de beste is, omdat geen woonwagen tegen den berg zal worden opge trokken, kan zich er ook wel mede vereenigen dat het kamp nog twee maanden op de tegenwoordige plaats gevestigd blijft, en dat getracht wordt een gemeenschappelijke regeling te treffen als door den Voorzitter bedoeld. Men heeft dan misschien nog kans dat men het kamp in de gemeente kwijt raakt. Mejuffrouw Funke deelt mede dat zij er uit een oogpunt van dierenbescherming tegen is om het woonwagenkamp op het Hoogt te brengen. Meestal hebben de woonwagenbewoners oude afgejakkerde paarden, en het is niet gewenscht dat deze paarden den berg op gejaagd

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1933 | | pagina 100