5 Mei 1955 105.
aanleg en teruggave van teveel overgedragen grond.
Op grond van het medegedeelde in hun schrijven dd. 21 Maart
1955> no.2804 zijn B- en W. met de Commissie van Openbare V/erken
van meening dat geen termen aanwezig zijn bovenbedoeld verzoek
in te willigen. Zij stellen daarom voor een afwijzende beslissing
te nemen.
De heer Busch merkt op dat het perceel van den heer Mets wel
iets minder aanzien heeft verkregen door de stichting van het
bouwwerk van den heer Hornsveld. Immers het perceel van den heer
Mets staat 80 c.M.achter de rooilijn. Het blijft altijd een
bezwaar, dat noch van de zijde van den aannemer, noch van de
zijde van Bouw- en Woningtoezicht is gezien, dat de aangegeven
rooilijn niet juist was, daar deze bij doortrekking stellig mid
den in de F.C.Kuyperstraat zou uitkomen, 't Is thans moeilijk
uit te maken hoe de juiste toedracht dezer zaak is. Doch waar
de heer Mets ook medegewerkt heeft ter verbetering van den toe
stand ter plaatse, zou Spreker tegenover den heer Mets een zekere
tegemoetkomende houding willen aannemen door hem b.v.toe te staan
een etalagekast te mogen maken tot de rooilijn, waarin het bouw
werk van den heer Hornsveld staat. Men moet niet uit het- oog ver
liezen dat Mets door dezen gang van zaken minder ruimte in zijn
huisperceel heeft verkregen dan wel mogelijk was. Spreker zou
gaarne zien dat B. en W. dit voorstel terug zouden nemen, opdat
alsnog een gunstige regeling voor Mets gemaakt kan worden ten aan
zien van de aesthetische schade. Spreker is het er wel mee eens
dat van toekenning eener schadevergoeding als bedoeld in het adres
van Mets geen sprake is.
De Voorzitter deelt mede dat deze aangelegenheid zeker 2 a
5 maal uitvoerig is besproken door de Commissie Openbare Werken.
De heer Mets is destijds ook in de vergadering van B. en W. ge
weest ter bespreking dezer zaak. Het college is absoluut niet af-
keerig om een tegemoetkomende houding tegenover Mets aan te nemen.
Dit is den heer Mets dan ook medegedeeld. Nadien hebben B. en W.
niets meer van hem vernomen, zoodat men zich nu heeft te houden
aan het thans in behandeling zijnde adres, dat eenigen tijd later
door den heer Mets werd ingediend. Teneinde over eenige schade
vergoeding te kunnen spreken, zal in de allereerste plaats be
wezen moeten worden door wiens schuld het bouwwerk verkeerd werd
geplaatst. Mets zal moeten kunnen aantoonen dat de gemeente een
onrechtmatige daad heeft verricht, waardoor deze verplicht znude
zijn tot toekenning eener schadevergoeding. Voorts zal aange
toond moeten dat hier werkelijk sprake van schade is. Wanneer te
veel grond is afgestaan, kan hem deze teruggegeven worden.Spreker
zegt dat de geheele zaak van grondafstandgrondverkoopen trot-
toiraanleg is vastgelegd in door Ged.Staten goedgekeurde Raadsbe -
sluiten en in notarieele akten. Spreker herhaalt nog eens dat de
heer Mets dus moet aantoonen dat hij schade heeft, en dat zeer
zeker een tegemoetkomende houding van B. en W. is te verwachten.
De heer Busch zegt genoegen te nemen met de verklaring van
den Voorzitter dat B. en W. bereid zijn een tegemoetkomende hou
ding aan te nemen. Spreker dringt erop aan dat een gedeelte van
het aanwezige plantsoentje aan de zijde van de van Weedestraat
wordt weggenomen en dat daarvoor in de plaats een pad wordt aan
gebracht. Nu staat daar een hekje en wanneer een en ander wordt
verwijderd, kan men rechtuit loopen en verkrijgt men ëen beter
geheel, hetgeen ook van belang voor de/zaak van den heer Mets is.
De Voorzitter zegt dit in overweging te zullen nemen.
De heer Gasille