5 Mei 1933 108. De heer Grootewal merkt op dat de heer Endendijk duidelijk uiteengezet heeft dat de aankoop der beplanting niet te duur is geweest. Spreker meent evenwel dat, wanneer de heer Endendijk bij het uitzoeken der beplanting niet gezegd had dat 10$ provisie ter beschikking van de Soester kweekers beschikbaar gesteld moest worden, wellicht nog concurreerender prijzen opgegeven zouden zijn. Dan was het uiterste gedaan voor het bedingen van voordeelige voorwaarden. Misschien had men dan nog 20$ verdiend. Spreker moet echter wel toegeven dat de onderteekenaars der vra gen getoond hebben weinig verstand van deze zaak te hebben. Men had evenwel van tevoren niet tot de leveranciers moeten zeggen dat zij 10$ ter beschikking moesten stellen van de Soester kwee kers De heer Endendijk zegt dat tegen vaststaande prijzen is ge kocht, n.1* tegen eatalogusprijzen .Volgens cataloguslevering komen de gebruikelijke voordeelen ten goede aan de tusschenhan- delaren. De gemeente kon dus eischen dat de 10$ provisie aan de plaatselijke handelaren werd uitbetaald. Spreker brengt nog eens onder de aandacht dat groote bedrijven aan de leverantie hebben deelgenomen hetgeen iets anders is dan de kweekerijen uit de om geving. Eerst kwam een voordeelig aanbod van een kweeker uit Baarn binnen, doch later bleek nog tijdig dat dit aanbod veel duurder was dan dat van een der groote kweekerijen. Spreker zegt dat de gemeente door de plaats gehad hebbende aankoopen een groot financieel voordeel heeft behaald, terwijl de billijkheid is be tracht tegenover de Soester kweekers, die van dit voordeel ook nog geprofiteerd hebben. Was niet aldus gehandeld dan was de gemeente ook veel duurder uit geweest. De heer Gasille wijst erop dat het hier niet een persoon lijk iets is, zooals misschien wordt verondersteldHet gaat alleen om de zaak. Toen Spreker het ingezonden stukje in "de Soester" had gelezen, vond hij de toekenning van een provisie aan de Soester kweekers zonder dat daar wat tegenover stond, een idioot iets. Spreker dacht toen dat de prijs van het gekoch te plantsoen met die 10$ werd verhoogd ten nadeele der gemeente, en dat bij een openbare aanbesteding wel goedkoopere prijzen waren te verkrijgen. Spreker wil na deze uiteenzetting den heer Endendijk ook wel een pluim voor diens werk geven, doch waar de ze handelwijze eigenlijk een particuliere manier is, meent hij dat een openbare aanbesteding over 't algemeen beter is, en dat men dan ook lagere prijzen verkrijgt. De indruk was bij Spreker gevestigd dat de gemeente die 10$ ten onrechte betaalde. Spreker, die ervan overtuigd is dat de heer Endendijk getracht heeft de aankoopen zoo voordeelig mogelijk te verkrijgen, zal zich dus neerleggen bij de toelichting van den heer Endendijk. De heer Endendijk zegt dat het zijn vaste overtuiging is dat de gemeente bij een publieke aanbesteding geen voordeeliger prijzen had verkregen. De Soester kweekers hadden toch niet kunnen inschrijven, terwijl zij dan ook geen provisie, welke niet op de prijzen gezet is, hadden genoten. Bovendien had de gemeente dan zeker meer moeten betalen dan thans het geval is. De thans bedongen prijzen zijn bijzonder gunstig voor de gemeente. De heer Busch vindt het wel begrijpelijk dat de heer Gasil- le dergelijke vragen stelt, omdat Spreker ook als regel voor het houden van openbare aanbestedingen is. Spreker had het echter beter gevonden dat de heer Gasille eerst ter bevoegder plaatse eens i

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1933 | | pagina 216