28 Juni 1955 155»
De heer Endendijk deelt mede, dat het een feit is dat er
een groote pers is, die den getroffen maatregel toejuicht
terwijl ook verschillende ingezetenen, die behooren tot de
richting van den heer Grootewal, met deze regeling instemmen»
De getroffen maatregel wordt dus door vele menschen, en ook door
de zwemmers, op prijs gesteld. Her thans geplaatsteis slechts
voorloopig. Algemeen is men van oordeel dat de zwemmers ook
reöht hebben op een vrij strand, dat goed onderhouden kan wor
den. Spreker zegt dat getrachtis de moeilijkheden tot een mini
mum te beperken en een ernstig streven voorzit om met behoud
van het principe alle kwesties op te lossen. De menschen, die
thans hun klachten naar voren brengen, zijn eigenlijk egoïsten.
Zij kijteen alleen naar hun vrouw, en houden er geen rekening
mede dat er andere mannen en vrouwen, jongens en meisjes zijn.
De getrouwden moeten inzien dat het om de anderen en om de jonge
lui gaat. De Raad moet het eenmaal uitgesproken principe hand
haven met opheffing van moeilijkheden, daarbij er rekening mede
houdende dat een overheidsbedrijf iets anders is dan een partcu-
lier bedrijf. Spreker heeft zelf ook verschillende aanteeke-
ningen gemaakt van verbeteringen, welke naar zijn oordeel nog
moeten worden aangebracht.
De heer Gasille wijst erop dat het Soester Natuurbad is. opge
zet met veel reclame om de buitenmenschen naar hier te-trekken.
Die menschen komen hier "en familie", dus met hunne kinderen om
zich hier te vermaken, en wanneer zij nu aan het bad komen moet
ieder een kant uit. Niemand zal dat prettig vinden. Wij moeten
het hier hebben van die families, zoodat men ze vrij moet laten
op het terrein. Door toezicht is de boel wel netjes te houden.
Spreker zegt dat de heer Endendijk niet kan oordeelen over het
moderne en mondaine badleven.
De heer Endendijk zegt dat hij gelukkig niet het mondaine
leven in ongunstigen zin kan beoordeelen.
De heer Gasille zegt dat bij voldoende toezicht niets on
zedelijks zal gebeuren.
De heer Grootewal is van oordeel dat door een vrij en onder
ling samenzijn de onzedelijkheid niet in de hand wordt gewerkt.
Juist al die geheimzinnigheid en al dat hekwerk bevordert de on
zedelijkheid. Spreker zegt met nadruk dat men wel degelijk in
het oog moet houden dat het geld voor het natuurbad opgebracht
moet worden door de gemeenschap, zoodat men geen beperkende be
palingen mag stellen waardoor het bad niet meer bezocht zal
worden.
De heer de Nies heeft alle hulde voor de verschillende prin
cipes, doch wanneer blijkt dat destijds een fout is begaan bij x
het nemen van een besluit, dan moet men niet vasthouden aan die
principes. Dan is het beter de fout ruiterlijk te erkennen en
deze te herstellen. Wanneer een referendum in de gemeente werd
gehouden, zouden er naar Sprekers inzicht vele goed geloovige
menschen zijn, die er anders over dachten en geen bezwaar hadden
tegen de gemengde zonnebaden-
De heer Endendijk wijst er nog op dat de opgeroepen solli-
tanten voor de betrekking van badmeester ook gewezen hebben op
het groote gevaar van gemengde zonnebaden. Ook te München-Glad-
bach in Duitschland zijn absoluut gescheiden baden tusschen
dame en heer. In den Haag moesten ook bij lange jaren ervaring
de gemengde