10 Augustus 1923 180.
138.GASVOOBZIENTNG (1e afd.no.2041
Adres van J.Berg e-.a. verzoekende uitbreiding der gaslei
ding in de Bosstraat en m den Blieklaan met voorstel van Bur
gemeester en Wethouders.
Op grond van het medegedeelde in hun schrijven dd. 18 Juli
1923; no. 2041, stellen B. en W« voor hun college te machtigen
aan de heeren J.Berg e.a. naar aanleiding van hun verzoek dd.
22 Juni j.1. te berichten, dat het resultaat van het onderzoek
ingesteld naar de mogelijkheid van uitbreiding van de hoofdbuis
der gasleiding in een gedeelte der Den Blieklaan en het daaraan
grenzend gedeelte der Bosstraat op kosten der gemeente, geen
aanleiding geeft die uitbreiding tot stand te doen brengen.
De heer Nooder kan zich niet vereenigen met de in het voor
stel aangegeven berekening. Spreker meent dat deze uitbreiding
wel tot stand gebracht kan worden. Wanneer men 5$ berekent van
de aanlegkosten ad 5227,= komt men op een bedrag van 266,85
per jaar, terwijl de winst op het gas dan wel gebruikt kan wor
den voor de afschrijving der rente. Voorts kan de afschrijving
op het materiaal wel eenige jaren opgeschort worden totdat het
aantal aansluitingen grooter wordt. Spreker wijst er voorts op
dat het electriciteitsbedrijf ons voor zal zijn indien het ver
zoek niet wordt ingewilligd. Spreker vraagt of er geen middel is
om de uitbreiding tot stand te brengen, b.v. door het verleenen
van een toeslag. Ook bij de waterleiding heeft men een bepaalde
regeling.
De heer Grootewal zegt dat het voor hem een grootere rol
speelt of in de naaste toekomst veel aansluitingen op deze lei
ding zullen komen. Waterleiding is een levensbehoefte, terwijl
gas een meerdere luxe is. In verband met de consequenties moet
men met deze aanvrage voorsichtig zijn, omdat ook voor andere
gedeelten uitbreidingen gevraagd kunnen worden. Er zullen nog
wel meerdere plaatsen zijn aan te wijzen cvoor gasuitbreiding.
Wanneer men deze aanvrage inwilligt, zullen ook andere soortge
lijke verzoeken ingewilligd moeten worden.
De heer Endendijk is van oordeel dat men het laatste gedeel
te van het betoog van den heer Grootewal niet moet onderschatten
Y/ethouder van Duren wijst erop dat het gasbedrijf door de
activiteit van het hoofd van het bedrijf wel tot het maken van
uitbreidingen overgaat, wanneer zulks maar eenigszins mogelijk
is. Bij de thans in behandeling zijnde aanvrage gaat het om een
belangrijk bedrag, zoodat hij adviseert het voorstel van B.en W.
te aanvaarden.
De heer Busch vestigt er de aandacht op dat de P.U.E.M. in
dit gedeelte der gemeente reeds electrische kooktoestsLlen heeft
geplaatst.Men moet met de tptstandkoming van uitbreidingen niet
altijd wachten totdat men winst op den verkoop van het gas^zal
verkrijgen, want dan zal de P.U.E.M.ons in vele gevallen vóór
zijn. Spreker zou de Schoolstraat bij deze uitbreiding willen
trekken, en geeft B- en W« en de Gascommissie in overweging
hieraan aandacht te schenken. Ook bij den gasaanleg op 't Hart
worden concessies gedaan. Spreker meent dat men deze aanvrage
zonder meer maar niet moet afwijzen, doch dat men eens moet in-
formeeren of er ook bewoners aan de Schoolstraat zijn, die wil
len aansluiten of in de toekomst willen aansluiten op een te
leggen gasleiding.
De heer Endendijk meent dat de zaak door den heer Busch
iets