10 Augustus 1935 186.
145.UITBREIDINGSPLAN (1e afd. no.2990).
Crediet-aanvrage voor afwerking uitbreidingsplan.
Op grond van het medegedeelde in hun schrijven dd. 28
Juli 1933, no.2990 stellen B. en W. den Raad voor te besluiten
om den heer K.C. van Nes op te dragen om tegen een vergoeding
van 2000,= en restitutie van reis- en verblijfkosten toe
zicht te houden op het maken van het ontwerp-uitbreidingsplan
en daarbij van advies te dienen. Mitsdien verzoeken B. en W.
de navolgende credieten toe te staan:
vergoeding voor den heer van Nes 2000,=
belooning voor teekenaar gedurende 8 maanden 1400,=
reis- en verblijfkosten van den heer van Nes 300,=
bureaukosten van teekenaar 300,=
in totaal 4000,=
De heer Busch zegt tot zijn verwondering bemerkt te heb
ben dat de 4 heeren, die naar Apeldoorn geweest zijn om be
sprekingen te houdeh met den heer van Nes, het met uitzonde
ring van den heer van Klooster unaniem eens zijn met B. en W.
De heer van Klooster heeft het desbetreffend rapport niet mede-
onderteekend, omdat hij het er niet mee eens is. Spreker wijst
er voorts op dat volgens het rapport dier heeren nog aan den
heer van Nes een bedrag van 1437,87 betaald moet worden voor
het oude plan. Men is het er blijkbaar niet over eens of dit
bedrag nu begrepen is in het aan den heer van Nes toegezegde
bedrag van 5*000,= voor het vorige plan. Spreker vraagt zich
af of hier geen sprake is van een minderwaardig gedoe. Vervol
gens wijst Spreker erop dat het ontwerp van den heer van Nes
is afgekeurd omdat het niet aanvaardbaar was. Er is nu een sche
ma voor een nieuw plan vanuit den Raad gekomen, terwijl voor
de uitwerking van dit nieuwe plan voorgesteld wordt een adviseur
te benoemen, die eerst een plan gemaakt heeft wat niet te aan
vaarden was. Deze beroept zich nu wel op de auteurswet, doch
zulks acht Spreker geheel ten onrechte. Men behoeft hem daar
voor dus niets te geven. De twee hoofdprincipes van den heer
van Nes zijn immers in het nieuwe plan weggevallen, n.l.de
rustieke laantjes en de verkaveling der terreinen van de groot
grondbezitters. Waar hier een schem© van een nieuw plan uit den
Raad gekomen is, is het toch te dwaas dat men nu dien man be
noemt tot adviseur en dat daarvoor een apart honorarium van'
2000,= met 300,= voor reiskosten e.d. moet worden toege
kend. Die persoon zou een ontwerp-iuitbreidingsplan ontwerpen,
geheel gereed ter goedkeuring voor Gedeputeerde Staten voor/de
som van 5000,=. Hieraan is niet voldaan. Spreker zegt voorts
dat de 300,= voor bureaukosten ook hoog zijn. De afdrukken
van de kadastrale kaarten voor het nieuw ontwerp uitbreidings
plan zijn nog voorradig, zoodat Spreker meent dat hier bij deze
crediet-aanvrage wel sprake moet zijn van een zekere camouflage.
Spreker acht dit voorstel van B» en W. niet aanvaardbaar tegen
over de belasting-betalers, afgezien van het feit dat het niet
wenschelijk is om den heer van Nes tot adviseur te benoemen,
daar dan in het nieuwe plan allicht weer schetsen en lijnen
zullen voorkomen welke niet acceptabel zijn. Wanneer het
thans aanwezige schema aan Openbare Werken ter uitwerking wordt
gegeven en een teekenaar tewerk wordt gesteld, dan is de tot
standkoming van een zeer goed plan mogelijk, nadat daarin nog
eenige