22 September 1933 212.
COMMISSIE UITEREIDIHGSPLAN.
Voorzitter: de Burgemeester
Leden: P.va-, den Ereemer, H.J.Gasille, G.J.GrootewalM.Horns
veld en J.Nooder.
COMMISSIE GRONDBEDRIJF
Voorzitterde Burgemcester
Leden: P.van den Breemer, H.J.Gasille, G.J.GrootewalM.Horns
veld en J.Nooder.
Voorstel van de leden W.B.H.Busch en A.Endendijk e.a.
COMMISSIE HEIDE-EN ZANDGRONDEN.
Voorzitter; K.Lodeesen
Leden; P.van den Breemer en J.Nooder.
COMMISSIE OPENBARE WERKW
Voorzitter; K.Lodeesen
Leden: D.A. de Bruijn, W.B.H.Busöh., G.JGrootewalM.Horns-
veld en van Klooster.
COMMISSIE UITBREIDINGSPLAN.
Voorzitterde Burgemeester
Leden: D.A.de Bruijn, W.B.H.Busch, G.JGrootewalM.Horns-
veld en H.vai Klooster.
COMMISSIE GRONDBEDRIJF.
Voorzitter: de burgemeester
Leden: D»A. de Bruijn, W.B.H.Busch, G.J.Grootewal, M.Horns-
veld en H.van Klooster.
COMMISSIE BELASTINGZAKEN.
VoorzitterJ.S.van Luren
Leden: H.Th. van den Berg, C.J.van Lam, A.Endendijk, Mej.H.
Punke en A.de Nies.
COMMISSIE WEBKVBRSCHAPFING EN STEUNVERLEENING.
Voorzitter: K.Lodeesen
Leden: P.van den Breemer, C.J. van Lam, Mej.H.Punke, A.Enden
dijk, H.J.Gasille en A.de Nies.
COMMISSIE BIJSTAND GASBEDRIJF.
VoorzitterJSvan Luren
Leden: H.Th. van den Berg, C.J.van Dam, A.Endendijk, Mej.H.
Punke en J.Nooder.
WETGEVENDE COMMISSIE
Voorzitter: de Burgemeester
Leden: H.Th. van den Berg,H.J.Gasille en A.de Nies.
PINANCIEELE COMMISSIE
Vo orzitter: J.S. van Duren
Leden: A.Endendijk, H.J.Gasille en J.Nooder.
De Voorzitter merkt naar aanleiding van de door den heer Ga-
sille schriftelijk ingediende bezwaren op, dat hij het er niet
mede eens is, dat het aantal leden van de door den heer Gasille
bedoelde commissiën op grond van het bepaalde bij art.44 van het
Reglement van Orde slechts 3 of 5 leden zou mogen bedragenDit ar
tikel is slechts van toepassing op commissiën als cue >»v. tot
het instellen van een onderzoek. Voorts vestigt Spreker er de
aandacht op, dat volgens de desbetreffende raadsverordening de
Gascommissie 3 leden en de Commissie van Openbare Vkxken tenmin
ste 4 leden moet tellen.
De heer Nooder, die het zeer van belang acht, dat over de
voorgestelde samenstelling van de commissiën eerst eenige alge-
meene beschouwingen worden gehouden, begint te vragen, waarom de
Commissiën