5 Februari 195324.
NOTULEN
van het verhandelde in de openbare vergadering van den
Raad der gemeente Soest, op Maandag 15 Februari 1953,
des voormiddags 10 uur.
Voorzitter: Mr.G.Deketh, Burgemeester.
Secretaris: J.G.A.Batenburg.
Tegenwoordig de leden: H.Th.van den Berg, F.van den Breemer,
D.A.de Bruijn, V/.F.H.Busch, C.-J-van Dam, J.S. van Duren, A.Enden6-
dijk, Me j.H.Funke,H.JGasiileG«JGrootewalM.Hornsveld,H.van
Klooster, K.Lodeesen, A.de Nies en J.Nooder.
De Voorzitter opent de vergadering en geeft gelegenheid tot
het doen van een gebed, waarna overgegaan wordt tot de behande
ling der agenda.
54.UITBREIDINGSPLAN Ie afd .no 9"1 5
Behandeling van het volgende, door vier raadsleden voorgestel
de agendapunt:" De directe en indirecte financieele gevolgen van
het thans hangende uitbreidingsplan voor onze gemeente; bespreking
van dezen toestand en zijne beteekenis voor nu en in de naaste
toekomst
De Voorzitter deelt mede dat hedenmorgen nog is ingekomen
een request van het Bestuur van den Soester Bouwkring betrekking
hebbende op de thans in behandeling komende aangelegenheid.Spre
ker meent dat hij dit adres niet behoeft voor te lezen, daar alle
leden in het bezit zijn van een afschrift van bedoeld adres.Spre
ker opent hierna de beraadslaging.
De heer Busch zegt dat in verband met de groote moeilijkhe
den, voortvloeiende uit het ontwerp-uitbreidingsplan en mede in
verband met de bezwarende omstandigheden, waarmede men thans in
de gemeente te kampen heeft, deze vergadering door vier leden
werd aangevraagd, opdat omtrent een en ander van gedachten ge
wisseld kan worden. Spreker zegt dat de heer van Klooster namens
de 4 voorstellers een rede zal houden. Hierna zal er voldoende
stof voor behandeling dezer zaak zijn.Spreker zegt dat thans een
vergadering wordt gehouden waaruit het wel en wee der gemeente
afhankelijk wordt gesteld.
De heer van Klooster zegt hierna het volgende:
"Mijnheer de VoorzitterMejuffrouwmijne Heeren.
Het is niet anders dan door de dringende noodzakelijkheid
geboden, dat wij deze spoedvergadering van Uwen raad hebben aan
gevraagd, die thans door den Voorzitter uitgeschreven, wordt ge
houden.
Met eenig leedwezen zijn wij tot de aanvrage overgegaan omdat
wij weten het, dit onderwerp in aller belangstelling staat en dit,
het is begrijpelijk, eenige beroering moet verwekken.
En beroering is er reeds veel te veel en dus niet van noode,
in tegendeel, momenteel meer dan ooit moeten wij althans indien
we eenig verantwoordelijkheidsbesef hebben, elkander trachten te
vinden en de handen ineen slaan, om de moeilijkheden die zich op
ons terrein van Gemeentebemoeiing voordoen, tot het minimum terug
te brengen.Maar helaas er zijn grenzen ook in samenwerken, en de
ze dienen dan ook scherp getrokken te worden indien men het stel
sel huldigt, wat ook in de aangelegenheid het Uitbreidingsplan
betreffende, tot uiting komt, namelijk eigen inzicht laten domi-
neeren zonder in het minst rekening te houden met de practijk.
Wanneer wij dit zeggenvindt dit haar oorsprong in de wijze
waarop dit Uitbreidingsplan ter visie is gelegd.
Wij hebben bij herhaling gewezen op het Uitbreidingsplan in
hoofdzaak een zoogenaamd GERAAMTEPLAN met zoonoodig voor een en
kel gedeelte meerdere DETAILLEERING, zoogenaamdjin onderdeelen.
Sie