2} November 19)5 255» een dubbele belasting moeten worden betaald» Spreker zegt voorts dat er nog moeilijkheden zijn ten opzichte van het wegenfonds, doch bij de artikelsgewijze behandeling der verordening komen deze wel aan de orde. ie thans aangeboden verordening op de hef fing eener aanlegbelasting zal zich gronden op art»2Ö0 der Ge meentewet. Volgens dit wetsartikel kan een belasting geheven worden naar grondslagen, volgens welke een billijke bijdrage gevorderd wordt in de kosten ten laste der gemeente komende voor aanleg en onderhoud van wegen, voor hunne verlichting en voor afvoer van water en vuil. Dit artikel geeft dus de 4 verschillende grondslagen aan. Ook bij de Personeele Belasting heeft men grond slagen. Leze aanlegbelasting moet zijn één belasting met 4 grond slagen. Bij het voorstel van B. en v»is het nu de opzet om ook de oude wegen in de belasting te betrekken. Wanneer daarin b.v.een rioleering wordt aangelegd, zal daarvoor een belasting opgelegd kunnen worden. Dan krijgt men dus een aparte belasting voor de rioleering in die oude wegen. Spreker acht het niet goed dat men deze belasting op deze wijze gaat invoeren. Spreker kan zich er wel mede vereenigen indien de belasting geldt bij aanleg van nieuwe wegen, doch de oude wegen moeten bij vernieuwing van het wegdek of bij het daarin aanbrengen eener rioleering niet in deze belasting betrokken worden, aangezien daarop de straatbelasting toepasselijk is. De heer Busch is het niet eens met den heer Gasille .Spreker, die erop wijst dat niemand gaarne belasting betaalt, en bij elke verordening op het heffen eener belasting voor de betrokkenen on prettige bepalingen voorkomen, zegt dat het hier eigenlijk om een oude erfenis gaat, nl.het Wegenfondswaar men mee zit.Om dit we genfonds nu weg te werken, is deze nieuwe belasting noodig, welke billijker zal zijn dan de thans bestaande regeling omtrent de stortingen in het Wegenfonds. Spreker hoopt dat de in deze nieuwe verordening voorkomende clausule's inzake de heffing naar billijk heid door Ged.Staten getolereerd zullen worden, doch Spreker ver onderstelt dat B. en W. hieromtrent wel eenige zekerheid zullen hebben. Spreker wijst er vervolgens op dat deze belasting nooit voor het geheele dorp zal gelden; de Baad moet toch immers altijd nader uitmaken of bepaalde wegen bij vernieuwing van het wegdek in de belasting betrokken zullen worden. Iedere heffing voor een bepaalden weg wordt dus afzonderlijk aan den Baad ter beslissing voorgelegd en elk raadslid kan zijn bezwaren dan naar voren brengen. Deze verordening tracht naar billijkheid en rechtvaar digheid een gedeelte der kosten van wegaanleg ten laste te bren gen van de belanghebbenden. Wanneer een definitieve verharding op een bepaalden weg wordt aangebracht, is er naar Sprekers mee ning geen bezwaar tegen dat daarvoor een belasting geheven wordt. Naar Sprekers oordeel had deze verordening al jaren geleden aange nomen moeten worden» De heer Gasille heeft vroeger ook wel geful mineerd tegen het wegenfonds, doch de heer Gasille heeft nimmer een betere regeling voorgesteld. Het thans hier liggende ontwerp moet naar Sprekers oordeel de goedkeuring kunnen verkrijgen van ieder weldenkend mensch. De heer Nooder wijst erop dat dezelfde motieven genoemd worden voor de straatbelasting en voor de aanlegbelasting.Spreker juicht de invoering eener aanlegbelasting toe omdat men dan een goede

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1933 | | pagina 514