25 November 1935 - 268. De hoer do Nies wil don hoer van Duren vragen of de moge lijkheid voor dezen niet bestaat om terug tc komen op zijn be sluit tot ontslagneming. Wethouder van Duren zegt dat het hem zeer spijt den heer de Nies te moeten mededeelen dat hij niet op zijn besluit kan terugkomen.Met het oog op zijn gezondheid en zijn zaken is het voor Spreker niet mogelijk het wethoudersambt langer te vervullen Spreker zegt voorts dat hij zelf niet tevreden is over zijn werk zaamheden, welke hij verricht heeft ter uitvoering van zijn wet houdersambt, doordat hem veel tijd heeft ontbroken voor een goe de behandeling der gemeentezaken. Voor een goede vervulling van dit ambt behoort men daarvoor een geheelen dag beschikbaar te hebben Het spijt Spreker zeer doch zijn gezondheid en zaken laten het niet langer toe dat hij het wethoudersambt vervult,en het is in het belang der gemeente dat het ambt wordt waargenomen door iemand, die daarvoor meer tijd beschikbaar kan stellen dan Spreker De heer Endendijk wil naar aanleiding van het door den heer Nooder gesprokene opmerken, dat, wanneer men over regime spreekt, ook wel eens wat over een ander regime gezegd kan worden.Spreker zal daar na friet op ingaan, doch er zal wel eens gelegenheid zijn om daarop later nog eens terug te komen, en dan zal men wel een ander inzicht krijgen omtrent het door den heer Nooder be doelde regime. Hierna wordt tot de wethoudersbenoeming overgegaan. De Voorzitter benoemt de heeren Endendijk en Hornsveld tot stemopnemersBedoelde heeren nemen aan de tafel tegenover den Voorzitter plaats, teneinde de stemopneming te doen plaats heb ben conform het bepaalde in het Reglement van Orde, terwijl de Voorzitter den Secretaris verzoekt ook aanteekening te houden omtrent den uitslag der stemming. Uitgebracht worden 15 stemmen, waarvan 8 op den heer van Klooster, 4 op den heer Gasille, 1 op den heer de Nies, terwijl 2 stemmen in blanco worden uitgebracht. Alzoo is de heer van Klooster tot Wethouder benoemd. De Voorzitter vraagt den heer van Klooster of de benoeming door hem wordt aangenomen. De heer van Klooster zegt dat hij de benoeming met zeer ge mengde gevoelens aanneemt, voorax hetgeen vroeger in den Raad en nu ook weer door den heer Nooder is gezegd. Spreker vraagt zich af wat hij in deze jaren voor verkeerds heeft gedaan, en het is voor Spreker onbegrijpelijk dat men maar weer voortgaat op oude geruchten,en dat men nu maar weer beweert dat Spreker den Burgemeester naar zijn hand kan zetten. De Raad is er toch al tijd, en Spreker hoopt tenslotte dat het gezonde verstand zal zegevieren. Spreker zal trachten de zaak met al zijne krachten in goede banen te leiden. Spreker, die dus zijne beste krachten aan de gemeente zal geven, zegt dat, wanneer mocht blijken dat hij zulks niet kan, hij dan zijn plaats ter beschikking zal stellen. De Voorzitter zegt thans eenige woorden tot den heer van Duren te willen spreken. Spreker deelt allereerst mede, dat hij reeds Dinsdag j.1. in beperkten kring afscheid van den heer van Duren had genomen.Spreker zegt dan dat de heer van Duren en hij schijnheilige

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1933 | | pagina 540