50 April 1954 75.
85.NOTULEN.
Vaststelling der notulen van de vergadering dd. 11 April
1954.
Le notulen dezer vergadering worden zonder beraadslaging en
zonder hoofdelijke stenjraing onveranderd vast resteld.
84.INGEKOMEN STUKKEN.
De Voorzitter deelt mede dat zijn ingekomen:
a_ Provinciaal blad van Utrecht, nr. 28, inhoudende het besluit
tot wijziging van de jaarweddenregeling en tot intrekking van
de tijdelijke korting op de jaarwedde van burgemeesters, secre
tarissen en ontvangers der gemeenten in deze provincie.
De heer Gasille vraagt of de maximum pensioenkorting nu zal
worden toegepast.
De Voorzitter zegt dat deze korting sinds 1 April j.1. wordt
toegepast, waarop hij de sanctie van den Raad vraagt.
Aldus wordt besloten.
b_ Overzicht van het gasbedrijf over de maand Maart 1954 (No.240).
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
c_ Verslag volkshuisvesting over 1955 (No. 204).
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
d_ Schrijven van Mej.Punke houdende mededeeling van ontslagne
ming als raadslid (No. 5459).
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
e_Vragen van het raadslid J.Nooder inzake uitgaven van werkver
schaffing en steunverleening, met antwoorden van B. en W.
(no5445
De heer Nooder zegt dat hij zijn groot misnoegen moet uit
spreken over de manier van de beantwoording zijner vragen. Men
mag zeer zeker van den Voorzitter van den Raad verwachten dat
diens mededeelingen met ernst gegeven worden en op waarheid be
rusten. De Voorzitter dient zich toch steeds te overtuigen van
de juistheid der desbetreffende gegevens.
De heer Gasille, die zich met het gezegde van den heer Nooder
kan vereenigen, vindt het jammer dat de Voorzitter de inlich
tingen zoo lichtvaardig gegeven heeft. De Raad moet te allen tij
de vertrouwen in den Voorzitter kunnen stellen.
De heer de Nies zegt dat bij hem den indruk gevestigd was dat
de benoeming van den heer Busch in overeenstemming zou zijn met
de wenschen van Maatschappelijk Hulpbetoon, doch Spreker is na
der ter oore gekomen dat de heer Busch wel eens om inlichtingen
bij Maatschappelijk Hulpbetoon kon komen, doch dat Maatschappe
lijk Hulpbetoon zich verder niet met deze zaak bemoeide. De be
noeming van den heer Busch moet dus uitsluitend uitgegaan zijn
van Burgemeester en Wethouders. Spreker dacht aanvankelijk dat
Maatschappelijk Hulpbetoon gebaat was met de benoeming van den
heer Busch, doch Spreker zou het nu bijna moeten betreuren,dat
de heer Busch benoemd is.
Le Voorzitter zegt dat hij het thans door de heeren Nooder
en Gasille naar voren gebrachte wel had verwacht. Spreker deelt
mede dat aan steun de laatste maanden geregeld minder wordt uit
betaald. Uit de gegevens, welke Spreker zoo juist van Wethou
der Lodeesen ontvangt moge blijken dat aan steun is uitgegeven
in Januari 2150,24 in Februari 1415,51, in Maart 775,86
en voorzoover bekend in April 265,68. Hoe men ook over deze
zaak denkt, Burgemeester en Wethouders kunnen niets anders
zeggen