Ii2± 31 Januari 19349. van de punten, welke Spreker naar voren heeft gebracht. Spreker vraagt voorts of reeds in beroep is gegaan tegen het besluit van Ged.Staten omtrent de weigering tot goedkeuring van het raadsbe sluit tot opname van kasgelden. Spreker vraagt hoeveel provisie voor deze leening betaald wordt, en wie de-ze ontvangt, terwijl hij verder gaarne zal vernemen waarom zoo maar ingegaan is op deze leening tegen een rente van 4^/0, daar de gemeente Enschede, die er niet zoo gunstig als Soest voorstaat, een leening sluit tegen 4fo. Spreker herhaalt tenslotte nog eens dat de gemeente beter een tijdelijke kasgeldleening tegen kan sluiten. De Voorzitter zegt dat men wel geld kan leenen tegen 4fo,in dien de leening beneden pari wordt aangegaan. Voorts is een leening op obligaties veel duurder daar dan provisie en zegel- kosten moeten worden betaald. De thans voorgestelde leening wordt op eenvoudige schuldbekentenis gesloten en provisie wordt niet toegekend. Den vaste leening dient gesloten te worden, daar tot 1 Maart een kasgeldleening mocht worden aangegaan. Een definitieve weigering tot goedkeuring van het algemeene besluit tot het aan gaan van een kasgeldleening is nog niet van Ged.Staten ontvangen, zoodat beroep tegen die beslissing nog niet mogelijk was. Spre ker zegt dat deze vaste leening wordt aangegaan ten behoeve van kapitaalsuitgaven over 1927 tot en met 1932waarvoor kasgeld werd opgenomen tot tijdelijke voorziening in die kapitaalsuitgaven. Het aangaan van een vaste leening is noodzakelijk,daar deze dient tot consolidatie van de tijdelijke voorzieningen in de kapitaals uitgaven De heer de Bruijn kan er toch niet mede instemmen dat Soest zooveel meer rente moet geven als de gemeente Utrecht, die maar kasgeld mag opnemen. Spreker zou hieromtrent toch gaarne een uit spraak in hooger beroep willen hebben. De heer van Duren vestigt er de aandacht op dat men destijds voor een leening ten behoeve van het gasbedrijf een ren te moest betalen van 5f%, en dat het toen niet mogelijk was een leening tegen een lagere rente te sluiten. Nu kan men een leening tegen een lagere rente sluiten, en er is gevaar wanneer men niet tijdig consolideert. De heer de Bruijn blijft van oordeel dat de gemeente haar effecten kan beleenen en dan betaalt ze minder rente. De Voorzitter zegt dat de gemeente haar effecten reeds beleent voor het geval zij kasgeld noodig heeft. .Het gaat thans niet over het sluiten eener kasgeldleening, doch over het aangaan eener vaste leening. Wethouder van Klooster deelt ten slotte .nog mede dat de Burgemeester veel moeite gedaan heeft om deze leuning zoo voor- deelig mogelijk te sluiten. Het percentage is niet hoog en de Burgemeester heeft nog gedaan weten te krijgen dat geen provisie betaald behoeft te worden. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna het voorstel van B. en W. aangenomen en het desbetreffend ontwerp-besluit vastge steld 11.PERSONEEL 4e afd.no.3341 Schrijven van Gedeputeerde Staten inzake een bij hun college in overweging zijnde wijziging der jaarweddenregeling van Burge meesters, gemeente-secretarissen en -ontvangers, met voorstel van Burgemeester en Wethouders. Aangezien de door Ged»Staten bij hun brief dd. 16 Januari

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1934 | | pagina 18