23 Mei 1934 121
Be heer Gasille deelt ter nadere toelichting mede dat de
O.B.I.M. levering van Shell-benzine heeft aangeboden tegen een
prijs van 11 cent per Liter of l'ïh cent per Liter, indien de
levering geschiedt door tusschan komst van een plaatselijken
leverancier. Deze aanbieding heeft de O.B.I.M. in Maart gedaan,
doch daarop heeft zij nimmer oenig antwoord gekregen, dan voor
een paar dagen terug. Intusschen is Shell-benzine gekocht bij
een plaatselijken leverancier tegen een hoogeren prijs. B. en W.
hebben nu aan de O.B.I.M. geschreven dat de Commissie Openbare
Werken geadviseerd heeft Shell-benzine te betrekken en dat niet
op hare aanbieding werd ingegaan. Spreker begrijpt niet waarom
niet op de aanbieding van de O.B.I.M.is ingegaan, die de gevraag
de benzine heeft aangeboden tegen een lageren prijs.
De heer de Bruijn, die er nogmaals op wijst dat de Commissie
Openbare Werken levering van Shell-benzine of A.P.C.benzine
wenschte, zegt dat men destijds veel last heeft gehad van andere
soorten benzine. Daarom wilde de commissie niet op andere aan
biedingen ingaan. Spreker is niets bekend omtrent den brief van
de O.B.I.M.waarin deze rtShell"-benzine aanbiedt voor een prijs
van 11 cent per Liter.
De Voorzitter zegt dat deze zelfde geschiedenis al meer
malen aan de orde is geweest, Het is Spreker zelfs gebleken dat
de heer Willig z.g, vrije benzine heeft geleverd aan de O.B.I.M.,
die thans Shell-benzine aanbiedt. Spreker, die deze zaak aan
het oordeel der Commissie Openbare Werken heeft onderworpen,
zegt dat uit overtuiging is gehandeld.
De heer Gasille betoogt dat het toch niet aangaat om voor
Shell-benzine f cent meet te betalen boven de aanbieding van
een anderen plaatselijken leverancier. Waar de A.P.C. dus blijk
baar is uitgeschakeld, had men moeten ingaan op de aanbieding
van de O.B.I.M. tot levering van Shell-benzine tegen den prijs
van 11 cent.
De heer de Bruijn zegt dat de commissie den indruk heeft
gehad dat de O.B.I.M. geen Shell-benzine kon leveren, en een
aanbieding hieromtrent is Spreker niet bekend. Op de aanbieding
van A.P.C, benzine kon niet worden ingegaan, daar deze alleen in
vaten kon leveren, en niet in de tank der gemeente.
De heer van Duren vraagt of de Aanlegbelasting reeds goed
gekeurd ie.
De Voorzitter geeft hierop een ontkennend antwoord.
De heer Hornsveld zegt dat hij nog gaarne iets in geheime
vergadering zou willen bespreken.
De Voorzitter sluit hierna te ruim 6 uur de vergadering,
waarna op verzoek van den heer Hornsveld in geheime zitting
wordt overgegaan.
Vastgesteld in de openbare vergadering van den
Raad der gemeente Soeat dd. 22 Juni 19^4.
DL SECRETARIS
DE VOORZITTER,