22 Juni 19^4 140. trekking tot de exploitatie van het Soester Natuurbad. Met verwijzing ;riaar het medegedeelde in hun schrijven dd. 20 Juni 1934, no. 3523 stellen E. en W. voor hun College te machtigen aan adressanten te berichten: 1. dat de Raad handhaaft her besluit dd22 Mei 1933; waarbij de uren van openstelling der inrichting ook: op den Zondag werden bepaald. 2. dat in verband met de reeds te dien aanzien getroffen orde maatregelen, en het bezwaar om een juiste omschrijving vast te stellen wat onder het nemen van zonnebaden wordt begrepen, een algemeen verbod tot het z.g. zonnebaden" niet kan wor den gesteld, doch dat op het gebruik van de inrichting in het algemeen, streng toezicht zal worden uitgeoefend tot meerdere veiligheidsstelling van de zedelijke belangen van hen, die de inrichting bezoeken. 3. dat in vergelijking tot het vorige exploitatie-seizoen de tijd voor niet gemengde baden op een ruimer aantal uren is gesteld, waardoor de gelegenheid daartoe niet alleen in naam maar ook in werkelijkheid bestaat. De heer Endendijk heeft een opmerking ten aanzien van de mededeeling van B. en W. dat het vorig badseizoen de badinrich ting werd geëxploiteerd zonder dat van de zijde van den Raad, noch van anderen gemotiveerde bezwaren naar voren zijn gebracht. Spreker heeft als kantmelding op het prae-advies van B. en W. geschreven"onwaar"daar hij zelf wel eens bezwaren naar voren heeft gebracht. Spreker heeft nog eens naar aanleiding van een gezegde van den heer Gasille "dat de regeling nu goed was" te kennen gegeven dat hij zeker niet met die regeling tevreden was, terwijl ook meermalen uitvoerige discussies hebben plaats gehad. De Voorzitter zegt dat B. en W. mededeelen dat geen gemo tiveerde bezwaren naar voren zijn gebracht over "onjuist of ongepast gebruik" van de inrichting; het gaat niet aan dat de heer Endendijk zegt dat dit onwaar is. Een dergelijke wijze van uitdrukken is onparlementair en ongeoorloofd. De heer Endendijk zegt dat hij het woord "onwaar" slechts als kantteekening geplaatst heeft, doch is bereid het terug te nemen. Spreker herhaalt nog eens dat in den Raad meermalen ern stige bezwaren naar voren zijn gebracht omtrent de exploitatie. In het prae-advies wordt voorxs gezegd dat B. en W. de toezegging doen zoodanige maatregelen te treffen dat alle bezoekers der inrichting verzekerd kunnen zijn van de behartiging van hunne zedelijke belangen door de ten deze verantwoordelijke overheid en het stichtingsbestuur aan wiens medewerking in deze niet den minsten twijfel bestaat. Spreker heeft hierbij een vraagteeken gezet. Gezien hetgeen de laatste dagen heeft plaats gehad, is er voor Spreker alle reden om een vraagteeken te zetten. Het stich- tingbestuur heeft immers de werking van het artikel betreffende het verbod tot gemengde zonnebaden opgeheven. Spreker zegt dat hij een tegenstander is van de opening van het bad op den Zondag doch naar zijn oordeel is het adres van de Kerkbesturen voor dit jaar te laat ingekomen, en wanneer de kwestie niet in het Stich tingsbestuur was voorgevallen, zou Spreker, alhoewel tegenstan der van de Zondagopening, nog een voorstel gedaan hebben ter bevrediging 1

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1934 | | pagina 280