16. De heer Hornsveld merkt op dat de loonstandaard in Zeist wel hooger kan zijn dan in Soest. De heer Nooder zegt dat het niet aangaat om een gedeelte der bevolking te laten crepeeren. Spreker heeft twee voorstel len, n.1. om den Minister to verzoeken het uurloon voor de te- werkgestelden bij de werkverschaffing te verhoogen mee 2 cent, en dus vast te stellen op 52 cent, en voorts om de bedragen voor de uitgetrokkenen op het oude niveau te handhaven. De heer Busch ontraadt aanneming dezer voorstellen. Het is wel goedkoop om voor de publieke opinie te spreken, doch wanneer wij tegen den Minister gaan opponeeren, kan dat wel eens verkeerd uitloopen. Bovendien vraagt Spreker zich af waar de gelden vandaan moeten komen. Men moet op den bodem der wer kelijkheid staan en de gemeente-financiën behoorlijk beheeren. De heer de Nies wijst er nog op dat het oorspronkelijk loon toch zou zijn gehandhaafd, indien de missive van den Mi nister niet was verschenen. De heer Busch geeft in overweging niet aan den Minister te verzoeken om het uurloon op 52 cent te bepalen, daar hij van een dergelijk verzoek niets verwacht. De Voorzitter wijst nog op het vele vorstverlet bij de werkzaamheden aan het natuurbad. Spreker zegt vervolgens dat naar aanleiding van een telefonische informatie intusschen ge bleken is, dat te Zeist een uurloon wordt betaald van 58 cent voor een object, waarmede het vorig jaar begonnen is, en dat het nog zeer de vraag is of Zeist voor nieuwe objecten wel sub sidie zal verkrijgen. Hierna wordt in stemming gebracht het voorstel van de hee- ren Nooder en de Nies om den Minister te verzoeken het uurloon voor de bij de werkverschaffing geplaatsten te bepalen op 0,52 per uur. Dit voorstel wordt verworpen met 10 tegen 5 stemmen. Voor het voorstel stemden Mej.Funkeen de heeren de Nies,Noo der, van den Berg en Gasille. De Voorzitter brengt alsnu in behandeling de vaststelling der steunnormen. De heer Endendijk dringt erop aan om zooveel mogelijk men- schen tewerk te stellen. In dit verband wijst Spreker op ver betering van den Soesterengweg. De heer Gasille wijst op de afgraving van de Bult. De Voorzitter meent dat er nog altijd werkloozen zijn die liever steun trekken en niet werken. Ook de kostgangers moeten maar eens sparen voor den tijd dat ze geen werk hebben. Men moet zuinig leeren zijn, ook bij de gemeente. De heer Busch zou het in sommige gevallen toch wel eens wenschelijk vinden dat voor de kostgangers een uitzondering werd gemaakt omdat door dezen soms een belangrijk bedrag aan kostgeld moet worden betaald. Wellicht is hier wat op te vinden. De Voorzitter zegt dat uitzondering op de algemeene rege ling niet mogelijk is. Spreker zegt dat B. en W. intusschen be sloten hebben om het tweede voorstel der werkverschaffingscom missie over te nemen, volgens hetwelk de steunnormen zullen be dragen: Voor de uitgetrokkenen: a_ gehuwden en kostwinners 8,50 b_ kostgangers 6,50 Voor

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1934 | | pagina 32