156. De heer Endendijk breng' allereerst in herinnering dat de Voorzitter in de vorige vergadering heeft gezegd dat hij het on aangenaam vond dat de motre toen met is behandeld, daar gevreesd werd dat dan de geheele geschiedenis weer opnieuw ter sprake zou komen, hetgeen niet in het belang der gemeente zou zijn. Spreker zegt dat het zijn ernstig voornemen is niet opnieuw over deze ge schiedenis te beginnen, tenzij du Baad hem in dit opzicht zou prikkelen. Spreker zal dus de franje van deze zaak aflaten.Spre ker, die er op wijst dat hij op verzoek van B. en W. een schrifte lijke toelichting op de motie heeft gegeven, zegt dat hij destijds met veel genoegen in do commissie van voorbereiding heeft gewerkt. Het is bekend dat in 1935 art.5 van het Reglement zeer slap is toegepast. Meermalen is daartegen dan ook in den Raad geprotesteerd en toen Spreker tot lid van het bestuur der stichting gekozen werd heeft hij medegedeeld dat hij die benoeming voorloopig zou aan nemen om te trachten recht te zetten wat het vorig jaar scheef ge zet was. Het bestuur heeft eenparig gezegd dat art.5 te slap was toegepast, en het geheele bestuur besloot art.5 zooveel mogelijk te handhaven, niet geforceerd, doch door opvoeding. Spreker was zeer bevredigd door het welwillend standpunt van het bestuur. Aan Spreker werd de redactie overgelaten en het personeel ontving de noodige instructies. Spreker voorzag ook wel moeilijkheden, doch het was zijn bedoeling art.5 te handhaven om van daaruit te kunnen werken. Toen de publicatie heeft plaats gehad, is een actie ont staan ter verkrijging van de gemengde zonnebaden. Spreker kon niet aanwezig zijn op de vergadering, waarin een deputatie van de actie voerders aanwezig was, welke deputatie haar standpunt toen uiteen gezet heeft. Het gevolg van deze actie is geweest dat het stich tingsbestuur toen in een niet-voltallige vergadering besloten heeft een gewijzigd standpunt in te nemen door terug te keeren tot het vorige standpunt en zelfs nog verder te gaan door hét ge kleed zijn in strandpyama of badmantel te laten vallen, als gevolg waarvan een kring van 15 M. rondom het bassin werd vrijgegeven voor gemengd verkeer. In verband hiermede werd aan het personeel de opdracht verstrekt te handelen in overeenstemming met het ge wijzigd standpunt van het bestuur. Het gaat nu om de vraag of het bestuur het recht heeft om art.5 van het reglementvastgesteld door den Raad, buiten werking te stellen. Het bestuur heeft naar Sprekers inzicht niet juist gehandeld, daar de Raad hierover had moeten beslissen. Spreker, die hierover een uitspraak verlangt, verzoekt den Raad nu niet de geheele badgeschiedenis naar voren te brengen. De Voorzitter zegt ook nog een en ander naar voren te willen brengen, alvorens de Raad een uitspraak doet* Wanneer men zegt dat art.5 van het reglement het vorig jaar slap werd toegepast, dan is dat een verwijt aan het college van het vorig jaar. Voorts wordt door den heer Endendijk gezegd dat meermalen in den Raad is gepro testeerd tegen de toepassing van het reglement, doch Spreker weet niet wanneer dit geweest is. Alleen kan hij zioh herinneren dat eenmaal is geprotesteerd bij de bespreking inzake stichting van een kanovijver bij het natuurbad. Misschien bedoelt de heer Enden dijk de vergadering, toen Spreker in het ziekenhuis te Utrecht was. Spreker wijst erop dat de heer Endendijk eigenlijk het beleid van B. en W. aanvalt, doch zulks dient dan te geschieden bij de behandeling

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1934 | | pagina 332