1 Augustus 19}4 167. behandeling der gemeentebegr'. oting. Spreker betreurt het dat de heer Endendijk en waarsehijn7i.ijk ook de heer de Eruijn zich niet kunnen losmaken van hunne meening. Het gewijzigde standpunt van het bestuur is niet net gevolg geweest van hetgeen door de depu tatie naar voren is gebracht. Het standpunt is niet gewijzigd. Artikel 5 is blijven bestaan en de werkelijke zonnebaden zijn ge scheiden gebleven. Het bestuur heeft gemeend art.5 op dezelfde soepele wijze te moeten toepassen als het vorig jaar door den Raad werd verlangd. Het gaat alleen om de omschrijving van wat zonnebaden zijn. Zulks is blijkbaar voor den heer Endendijk een voudig, doch voor Spreker niet. De werkelijke zonnebaden,waaron der niet valt het gemengd verpoozen op het strand, zullen ook gescheiden blijven. Spreker zegt dat het stichtingsbestuur dus de voetsporen heeft gevolgd, welke het vorig jaar door B. en W.waren gezet na een uitspraak van den Raad om het reglement soepel toe te passen. De leden van het stichtingsbestuur zullen zeer zeker de zedelijke waarde handhaven. Spreker zegt dat stemmen over de motie eigenlijk niets geeft daar art.5 naar behooren wordt toege past Na eenige discussie tusschen den Voorzitter en den heer de Bruijn merkt laatstgenoemde op dat het er om gaat of het regle ment al dan niet moet worden gehandhaafd. De Raadsleden zijn geen kwajongens, en als het bestuur het reglement niet wil handhaven, 1 dan mag dfet niet buiten den Raad om. Wijziging zonder goedkeuring van den Raad is niet mogelijk. De Voorzitter zegt te moeten protesteeren tegen de motivee ring in de toelichting, betrekking hebbende op de voorgestelde motie. De heer van den Berg bevestigt dat hij tegen den Burgemeester onlangs op een Zondag heeft gezegd dat de zaak nu goed ging, doch de Burgemeester was toen zelf op het bad aanwezig en gaf persoon lijk de noodige instructies aan het personeel. De heer Gasille merkt ook nog eens op dat de Raad zich het vorig jaar heeft uitgesproken voor een soepele toepassing van het reglement. De stichting houdt zich nu aan deze uitspraak. De heer van Dam is van meening dat het artikel geheel buiten toepassing wordt gelaten. De heer Grootewal is het hier in 't geheel niet mee eens.Het artikel wordt zelfs nog strenger toegepast dan verleden jaar. De heer Endendijk zegt dat het niet bij hem opgekomen is om B» en W. bij de begrooting aan te vallen omtrent het beleid ten aanzien van het natuurbad, want daarvoor kent hij de moeilijkheden maar al te goed. Spreker zegt nog eens dat er werkelijk veel be zwaren zijn geweest ten aanzien van de exploitatie, doch hij zou het college daarvoor nooit verantwoordelijk stellen. Spreker brengt nog eens in herinnering dat de heer Gasille destijds heeft gezegd dat hij tevreden was, waarop Spreker heeft gezegd dat wanneer de heer Gasille tevreden was, hij het niet was. Spreker blijft van meening dat het Stichtingsbestuur zijn bevoegdheid is te buiten gegaan. De heer Nooder merkt nog op dat slechts sprake is van een schijnbare afwijking. Aan het strand zelf mogen zelfs geen zonne baden meer genomen worden, hetgeen het vorig jaar wel toegelaten werd Wethouder van Klooster geeft den heer Endendijk in overweging de

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1934 | | pagina 334