1 Augustus 19?>4176. deze gemeente buiten de kom nog wel terreinen zijn gelegen,waar- op een dergelijke inrichting gevestigd kan worden, indien uit anderen hoofde daartegen geen bedenkingen bestaan. De heer Grootewal vraagt of Burgemeester en Wethouders vol doende inlichtingen hebben verkregen omtrent de bedoeling dezer inrichting, 'wanneer de verschillende ingrediënten alleen ge mengd en verpakt worden, veroorzaakt zulks geen stank. Spreker kan verklaren dat in deze inrichting alleen menging en verpak king plaats heeft, zoodat de indruk van B.en W. omtrent deze inrichting te groot is. Het is geen fabriek in den zin der ver ordening. ïïaar dus geen sprake is van koken of bereiden, stelt Spreker voor het verzoek in te willigen, en voor alle zekerheid daaraan de bepaling te verbinden, dat geen werkelijke fabriek tot stand komt. Be heer van Bam zegt het volkomen eens te zijn met den heer Grootewal. wanneer men deze inrichting verbiedt, zou men ook een apotheek, waarin meer reuk aanwezig is, moeten verbieden. Spre ker stelt eveneens voor het verzoek in te willigen. Be heer Endendijk kan zich indenken dat het college van B. en W. huiverig is in verband met opgedane ervaringen met de Pinofabriek. Spreker, die niet over de inrichting van den heer Bloemer kan oordeelen vraagt of het niet mogelijk is beperken de bepalingen aan de gevraagde ontheffing te verleenen, zoodat het college steeds bevoegdheden heeft. Be heer Nooder vraagt zich af of de Hinderwet wel van toe passing is op deze inrichting, daar van een eigenlijke fabriek geen sprake is. Beze aanvrage is ingediend omdat vooraf een be keuring heeft plaats gehad. Be heer Gasille weet dat in Amsterdam ook een fabriek is, welke klein is begonnen doch later door hare uitbreidingen ver bannen moest worden. Uitbreiding kan men later moeilijk tegengaan en ook voor deze inrichting zal in de toekomst wel uitbreiding aangevraagd worden. Be heer Grootewal zegt dat er geen mogelijkheid tot uit breiding is, en mocht eens uitbreiding aangevraagd worden,dan kan deze altijd nog worden geweigerd. Be Voorzitter zegt dat het hier ook zal zijn: klein begon nen, groot geëindigd. Bergelijke inrichtingen zijn misschien eerst onschuldig, doch zijn later een bezwaar voor de omgeving. Be desbetreffende verordening verbiedt dergelijke inrichtingen in de kom, en wat komt er nu van zoo'n verordening terecht in dien maar voor ieder geval ontheffing wordt verleend. Be inlich tingen van B. en W. zijn dusdanig dat uitbreiding mogelijk is, en dat het moeilijk is voorwaarden te verbinden. Waar er boven dien genoeg terrein buiten de kom voor dergelijke inrichtingen is, ontraadt Spreker ten sterkste de gevraagde ontheffing te verleenen. Be heer Grootewal vraagt van wien het College inlichtingen heeft Be Voorzitter zegt dat hij inlichtingen van een deskundige heeft Be heer Grootewal zegt ook inlichtingen ingewonnen te heb ben, en waar voor elke uitbreiding toch toestemming verleend moet worden, stelt hij voor het verzoek in te willigen. Wethouder van Klooster wijst ook nog eens op misère, welke het

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1934 | | pagina 352