1 Augustus 1934 181. ingekomen van J.C.Koelink, wonende Talmalaan 15 alhier, ver zoekende te mogen vernemen of hij mag bouwen volgens ontheffing dd. 15 Februari 192:9waarbij is bepaald dat de afstanden tot de linkerzijscheiding en het bestaande woonhuis moeten zijn resp. 2.10 en 2 M. Zoo niet, dan zal adressant genoodzaakt zijn een eisch tot schadevergoeding in te dienen. Spreker, die nog op merkt dat het hier een oude zaak betreft, deelt mede dat de heer Koelink destijds grond heeft afgestaan ter verbreeding van de Talmalaan, en dat hem in verband daarmede genoemde ontheffing is verleend, waardoor zijn terrein als bouwterrein kon worden aan gemerkt. Spreker stelt voor aan het verzoek van adressant tege moet te komen, temeer waar zijn hypotheek tegen 15 Augustus a.s. is opgezegd en hij geen verlenging van hypotheek kan bekomen wanneer de zaak niet in orde is. De heer Mulder en ook eenige andere leden maken bezwaar te gen behandeling van dit adres, daar zij niet met den toestand op de hoogte zijn. Nadat de heer Endendijk er ook nog de aandacht op heeft ge vestigd dat indertijd eenige toezeggingen zijn gedaan om te ko men tot grondafstand ter verbreeding van de 'Talmalaan, welke ver breeding zeer noodzakelijk was, wordt zonder hoofdelijke stem ming besloten tegenover adressant een tegemoetkomende houding aan te nemen. 188. RONDVRAAG. De heer de Bruijn verzoekt geen los personeel aan te nemen voor het waterpassen. Spreker wil wachten tot de nieuwe Direc teur van Openbare berken in dienst is, en is er tegen dat een persoon tegen een belooning van 45,= per week in dienst wordt gehouden. Wethouder van Klooster merkt op dat steeds aangedrongen werd op waterpassing en verbetering van den Noorderweg. Spreker dacht den heer Zimmerman te belasten met de waterpassing enz., doch waar hij tegenwoordig zooveel hooit, zou Spreker het wel op prijs stellen bepaalde feiten te vernemen, opdat die eens onderzocht kunnen worden. Zij die dus iets op te merken hebben, zouden dan eens gezamenlijk met hem naar het bad kunnen gaan, alwaar de heer Zimmerman een en ander kan uitleggen en verdedigen. De heer de Bruijn zegt alleen de bedoeling gehad te hebben erop te wijzen dat er bij de reorganisatie krachten vrij zullen komen voor de waterpassing, en dat het daarom gewenscht is geen losse krachten aan te nemen. Spreker zegt niets omtrent de kwali teiten van den heer Zimmerman. Wethouder van Klooster zegt dat hij meermalen opmerkingen heeft vernomen en deze dienen uitgevochten te worden.Spreker zegt dat hij den heer Zimmerman geenerlei toezegging heeft ge daan. De Voorzitter merkt op dat het hier een tijdelijke benoe ming geldt, welke door B. en W. geschiedt. Het benoodigde cre- diet is destijds door den Raad toegestaan. B. en W. zullen even wel met het gesprokene rekening houden. De heer de Bruijn zegt nogmaals dat het over geen personen gaat, doch Spreker wil liever met de werkzaamheden even wachten totdat de nieuwe Directeur er is. De heer Endendijk zegt vervolgens dat hij het verzoek van den

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1934 | | pagina 362