31 October 1934234. was, en waarom moeten die extra kosten nu gemaakt worden? Om over de noodzakelijkheid van het crediet te kunnen oordeelen, heeft de raad de bevoegdheid nadere inlichtingen te vragen, aangezien de Baad anders wel eens geen crediet kon toestaan. Spreker verzoekt met deze opmerking rekening te houden. De heer Grootewal zegt dat het betoog van den heer de Bruijn juist is. De zeggenschap over de verplaatsing is aan den Burgemeester, doch de beoordeeling omtrent de zuinigheid is aan den Baad. Spreker is niet overtuigd, dat de noodige zuinigheid betracht wordt ten opzichte van de overplaatsing van het perso neel. De Baad weet de oonsequenties niet. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna een crediet toe gestaan van 152,= voor verhuizingskosten van den agent Meijer en den werkman L.Berg en het desbetreffend besluit tot begroo- tingswijziging vastgesteld. Het overige gedeelte van het voor stel van B. en W. wordt aangehouden. 257.PERSONEELSZAKEN. 4e afd. no.3504). Vaststelling salaris-regeling gemeente-personeel. Bij schrijven dd. 19 October 1934, no.3504 bieden B. en W. ter vaststelling aan een ontwerp-verordening, regelende de sala rissen en loonen van het gemeente-personeel. Zij stellen voor deze nieuwe salarisregeling te doen ingaan op 1 Januari a.s. Voorts bieden zij ter vaststelling aan een tweetal besluiten tot wijziging van de instructies voor den keuringsveearts en den hulpkeurroeesterDeze wijzigingen betreffen uitsluitend de wedden dezer functionarissen, welke in overeenstemming moeten worden gebracht met de bedragen, welke in de ontwerp-salarisregeling zijn opgenomen. Bij nader schrijven van 24 October 1934, no. 3504 stellen B. en W. naar aanleiding van een van hoogerhand ontvangen aan- sohrijving betreffende de salarieering van het politiepersoneel, voor dat gedeelte van de salarisregeling, dat betrekking heeft op de politie thans niet te behandelen, doch aan te houden en te zijner tijd, na hernieuwd overleg, in een afzonderlijke ver ordening te regelen. De heer Gasille zegt zich verplicht te gevoelen enkele op merkingen te maken ten aanzien van de voorstellen van B. en W. In dit voorstel worden 3 redenen naar voren gebraoht waarom tot salarisherziening moet worden overgegaan. Omtrent de redenen sub 1 en 3 wordt nog eenige nadere toelichting gegeven, doch omtrent de redenen sub 2 (financieele positie der gemeente) wordt verder niets gezegd. Spreker is dan ook van oordeel dat B. en W. te dezer zake te weinig inlichtingen hebben gegeven, en dat den Raad moest zijn overgelegd een overzicht omtrent de to tale uitgaven der oude salarisregeling, de uitgaven na de in voering der tijdelijke korting, en tenslotte de uitkomsten der thans voorgestelde regeling. Spreker kan zich absoluut niet met de voorgestelde regeling vereenigen. In plaats van de salaris sen lager te stellen, zijn verschillende salarissen om hoog ge gaan. Het personeel wordt onnoodig uitgebreid; de tijdelijke betrekking van controleerend ambtenaar wordt in deze salarisre geling omgezet in een vaste betrekking. Deze betrekking zou van tijdelijken aard zijn, en wel voor den duur der crisis, zoodat Spreker bezwaar heeft tegen deze vaste betrekking. Voorts wijst Spreker op den kindertoeslag, welken men vroeger nooit heeft gehad voor de ambtenaren. Deze toeslag wordt thans voorgesteld. Spreker

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1934 | | pagina 468