)1 October 19)4241.
Art. 6. De heer Gasille vraagt of hier wordt bedoeld de korting,
als waarvan sprake is in art.4, waarop de Voorzitter erop wijst
dat dit artikel een uitvoering van de artt. ),4 en 5 is.
Art.7. De heer Mulder acht het beter dat het hoofdambt betaald
wordt zoodanig dat de bij-ambten onder de bezoldiging van het
hoofdambt vallen.
Nadat de Voorzitter heeft uiteengezet dat een dergelijke re
geling onbillijk zoude zijn, aangezien de bij-ambten extra werk
zaamheden buiten den gewonen diensttijd kunnen veroorzaken wordt
het artikel ongewijzigd vastgesteld.
Art. 9. De heer Gasille bepleit nogmaals de wensohelijkheid om
de periodieke verhoogingen over een langer aantal jaren te ver-
deelen.
De heer Grootewal zegt dat binnen afzienbaren tijd meer
klerken aan de secretarie aangesteld moeten worden. Het is niet
wensehelijk om de periodieke verhoogingen voor deze menschen over
een langeren termijn te laten loopen, opdat zij bij geschiktheid
binnen een niet al te langen tijd in een hoogeren rang kunnen
overgaan.
Nadat de Voorzitter heeft opgemerkt dat de periodieke ver-
hoogingeh vastgesteld kunnen worden bij de vaststelling der bij
lagen van de verordening, wordt het artikel ongewijzigd vastge
steld.
Art. 1,0. 2e lid. De heer Gasille wijst erop dat de woorden "meer
dan"ocrspronkéi ijk gestaan hebbende voor de woorden "voldoende
mate" door het georganiseerd overleg zijn vervallen. Spreker
stelt voor deze woorden weer toe te voegen.
Omtrent dit voorstel staken de stemmen met 7-7 Vóór het
voorstel stemden de heeren Grootewal, van Dam, Mulder, Gasille,
Hornsveld, van Duren en de Bruijn, en tegen de heeren Nooderfde
Nies, Endendijk, Lodeesen Stroband, van Klooster en van den
Berg. De heer van den Breemer was tijdens deze stemming afwezig.
Omtrent dit voorstel zal dus in de volgende vergadering opnieuw
moeten worden gestemd.
Art. HDe Voorzitter stelt in afwijking van het bepaalde in
het Ie en 2e lid voor de ongehuwden-aftrek vast te stellen op
100,*.
De heer de Nies zegt hiertegen te zijn. Men moet er rekening
mede houden dat de ongehuwden soms ook veel zorgen hebben en veel
al uitgaven hebben voor verdere studie.
Het voorstel van den Voorzitter wordt hierna aangenomen met
11 tegen 4 stemmen. Tegen steraden de heeren Nooder, de Nies, Ga
sille en Hornsveld.
Art. 16/18. De heer Mulder wil de leeftijdsgrens van de kinderen
waarvoor toeslag wordt verleendvoor de ambtenaren en voor de
werklieden (art.18) gelijkstellen.
Het voorstel van B. en W. om dezen leeftijd voor de kinderen
van de ambtenaren te stellen op 18 jaar, wordt verworpen met 8
tegen 7 stemmen. Vóór het voorstel stemden de heeren Nooder, de
Nies, Endendijk, van den Breemer, Lodeesen, Stroband en van Kloos
ter. Als gevolg hiervan zal de kindertoeslag zoowel voor de ambte
naren als voor de werklieden gelden voor kinderen beneden den
leeftijd van 16 jaar.
Art. 20. De heer Mulder wil de pensioenkorting in werking laten
treden