21 December 1954501
De heer Endendijk wijst er nog op dat het onderwijzend
personeel dezer handelsavondschool overdag ook werkzaam is
bij het onderwijs, zoodat hier sprake is van een cumulatie
van betrekkingen, waar Spreker in 't algemeen tegen is.Ivloet
men die inrichting, welke buiten onze gemeente gevestigd is,
steunen? Spreker zou het instellen van een nader onderzoek
wel wenschelijk achten.
Na eenige discussie wordt besloten de verdere behande
ling dezer aanvrage aan te houden tot de begrootingsverga-
dering.
SCHADEVERGOEDING, (ie afd. no2955 en 4e afd.no.21/579)
Voorstel van Burgemeester en wethouders tot toekenning
van schadevergoedingen aan W.v.d.Hengel c.s. voor afgebran
de bosschen.
Op grond van het medegedeelde in hun schrijven dd.16
Nov. 1954,no2955 verzoeken B. en den Raad een crediet
van 818,89 toe te staan en de schadevergoedingen toe te
kennen, als vermeld in hun genoemd schrijven. Een besluit
tot begrootingswijziging bieden zij in verband hiermede ter
vaststelling aan.
De Binancieele Commissie is van oordeel dat, hoewel
onverplicht, uit billijkheidsoverweging aanleiding bestaat
een schadevergoeding aan de eigenaren der afgebrande bosschen
toe te kennen. Zij vindt de door B. en W. voorgestelde scha
devergoeding per H.A. te hoog en adviseert als vergoeding
te bepalen 50fi van het laagst getaxeerde bedrag der schade.
In totaal zal volgens deze berekening een schadevergoeding
moeten worden betaald van 547,98.
De heer de Bruijn kan zich niet met dit voorstel ver
eenigen, daar de gemeente volgens het ingewonnen rechtskun
dig advies niet verplicht is tot toekenning van schadever
goeding. Spreker acht het wel noodig dat een tweede rechts
kundig advies wordt ingewonnen, als waarna dan een beslis
sing genomen kan worden.
De heer Nooder is van meening dat de eigenaren maar
een procedure moeten instellen tegen hem, die den brand
heeft veroorzaakt. Spreker meent bovendien dat Ged.Staten een
dergelijke uitgaaf niet zullen goedkeuren.
De heer Gasilie is van oordeel dat men deze zaak van
twee kanten moet bekijken. De gemeente moet aan alle daar
voor in aanmerking komende menschen gelegenheid geven tot
deelneming aan de werkverschaffing. Onder deze menschen
zullen zich ook wel eens personen bevinden, die moreel laag
staan. Deze brand is veroorzaakt door iemand, die werkzaam
was bij de werkverschaffing, en wien gelast was geen heide
af te branden. Niettegenstaande deze lastgeving, is de man
toch overgegaan tot het afbranden der heide, en nu is de ge
meente uit moreel oogpunt verplicht schadevergoeding toe te
kennen. De gemeente heeft geen keuze om de beste arbeiders
bij de werkverschaffing aan te nemen. Spreker wil een tege
moetkoming verleenen volgens het voorstel der Pinancieele
commissie
De heer Grootewal meent dat, wanneer de gemeente geen
schadevergoeding toekent men' de kans beloopt dat de ge
meente aansprakelijk wordt gesteld. Spreker wil bij wijze
van