13 Maart 1935 64.
grooting na. In October en in hovember had Spreker gevraagd
om in de Einancieele commissie besprekingen te houden omtrent
de gevolgen voor de gemeente bij invoering der voorgestelde
regeeringsmaatregelen. Een dergelijke bespreking heeft toen
plaats gehad, en Spreker verzocht de begrooting op te maken
zonder rekening te houden met de desbetreffende regeerings-
voorstollen, waarmede de vergadering zich kon vereenigen. Op
5 Dec.1934 werd den Raad -precies volgens de Gemeentewet - de
begrooting aangeboden. Men wilde geen rekening houden met de
voorgestelde regeeringsmaatregelen. De oorspronkelijke be
doeling was om de begrooting vlug te behandelen, doch waar er
voldoende gelegenheid moest zijn cm de begrooting te bestudee-
ren drong Spreker op eenig uitstel van behandeling aan met
het'gevolg dat op 28 December de afdeelingsvergaderingen werden
gehouden, en dat in de laatste dagen van Januari een aanvang
werd gemaakt met de behandeling door den Raad. Bij den aanvang
der eerste vergadering van den Raad werd niet vastgesteld dat
niet anders behandeld zou worden dan de oorspronkelijke inge
diende begrooting. Door de tweede nota van wijziging is de
zaak vertroebeld, daar B. en W.toen aan het werk zijn gegaan
alsof de voorgestelde maatregelen reeds wetten waren. De op 29
Januari jl.gehouden stemming is verkeerd geweest, en Spreker
erkent ook dat hij verkeerd heeft gestemd. Een en ander is het
gevolg geweest van het telkens maar weer wijzigen der begroo
ting door B. en JUit de later in die vergadering gehouden
stemming bleek echter voldoende dat de meerderheid der verga
dering van oordeel was dat niet met de voorgestelde regeerings
maatregelen trekehing moest worden gehouden. Toen kwam voldoende
tot uiting aat de Raad de begrooting volgens de oorspronkelijke
aanbieding wilde volgen. Intusschen zijn de regeeringsmaatrege
len door de Eerste Kamer aangenomen, en de Voorzitter wil de
begrooting nu behandelen met inachtneming der door de Eerste
Kamer aangenomen wetsontwerpen, niettegenstaande deze nog niet
in het Staatsblad zijn verschenen, terwijl de Koninklijke Be
sluiten ter uitvoering van een en ander ook nog niet versche
nen zijn. Men weet dus nog niet voldoende hoe de nieuwe wette
lijke regeling zal luiden. Spreker wil daarom nu de begrooting
behandelen zooals ze oorspronkelijk is aangeboden en dus geen
rekening houden met die wetten. Er zijn vele gemeenten, die
aldus gehandeld hebben, en B. en W.erkennen zelf in de vierde
nota van wijzigingen dat de inhoud van den algemeenen maatre
gel van bestuur ter uitvoering van het in de beide Kamers der
Staten-Generaal aangenomen ontwerp van wet nog niet bekend is.
Spreker zegt dat dus geen zekerheid bestaat omtrent de bijdra
gen van het Rijk met betrekking tot de steunregeling. De steun
regeling hangt evenwel niet aan de begrooting. Men kan geheel
onafgescheiden van de begrooting besluiten tot de invoering
eener steunregeling. Spreker wijst er vervolgens op dat tot
tweemaal toe een voorstel tot invoering der steunregeling in
den Raad is geweest en dat deze regeling met dUirhoid. -^an
stemmen niet werd aanvaard. De Raad was niet behoorlijk inge
licht. De circulaire van den Minister van Binnenlandsche Zaken
van 28 Juli 1934 werd niet aan den Raad medegedeeld. Er was
geen bezwaar geweest om de steunregeling eerder in te voeren,
en nu is men 3 maanden ten achter, hetgeen een strop beteekent.
Thans wordt voorgesteld om de subsidie van Maatschappelijk