12 April 1935 94.
gemeente uit de gewone middelen zal moeten worden betaald.
Wanneer de boekwaarde betaald zou moeten worden, dan zou dat
voor de gemeente niet te betalen zijn. Deze zaak is thans n'"g
niet voldoende voorbereid en daarom moet zij nader ter hard
genomen worden, temeer waar destijds bij de sohatting in 192^
fouten werden gemaakt. Spreker adviseert het bedrag ad ^COO
dus niet op de begrooting 1935 uit te trekken, daar de Raad
na nauwkeurig onderzoek de bevoegdheid dient te hebben tot het
te gelegener tijd doen aflossen der schulden. In dien geest
dient aan Ged.Staten van een en ander mededeeling te worden
gedaan.
De Voorzitter geeft toe dat het hier een ingewikkelde
zaak betreft. De Commissie Grondbedrijf is vroeger wel over
deze kwestie gehoord en het is de bedoeling voorloopig een
rond bedrag uit te trekken.
De heer Nooder is het met B. en W. eens dat de argumenten
welke Ged.Staten aanhalen tegen de beschikking over het gehee-
le batig saldo der rekening 1933 aanvechtbaar zijn. Bedoeld
♦verschot is toch immers veroorzaakt door teveel geheven be
last ingpenningen in 1933» zoodat men thans naar Sprekers in-
zioht wel mag beschikken over dat saldo, ten aanzien van het
instellen van den besproken post ad 4000,= stelt Spreker
voor hiermede te wachten totdat alle patriarchale gronden de
bestemming hebben verkregen als natuurreservaat. Deze zaak kan
afgehandeld worden bij den einduitslag van het uitbreidings
plan.
De Voorzitter, die het met de laatste meening van den
heer Nooder niet eens is, zegt dat de hier bedoelde gronden
destijds ingebracht zijn in het grondbedrijf. Deze gronden
hadden niet in het grondbedrijf mogen zijn opgenomen, aange
zien daarin alleen behooren te worden opgenomen gronden,welke
bestemd zijn voor bouwterrein. In 1923 bij den inbreng had men
dus veel gronden buiten het grondbedrijf moeten laten. Ged.
staten willen nu dat die ten onrechte in het bedrijf opgenomen
gronden tegen het schuldbedrag, en niet tegen de boekwaarde,
uit het grondbedrijf teruggenomen worden. Spreker wil hierbij
even opmerken dat er veel gronden onder zijn, waarop geen
schuld rust. Deze zaak heeft niets met het uitbreidingsplan
te maken.
De heer Gasille zegt dat men aanvankelijk toch ook wel
enkele van die gronden wilde bestemmen als bouwterrein, o.a.
in de omgeving van Soestduinen. De inbreng heeft nu eenmaal
plaats gehad en thans staat men voor de gevolgen. Spreker wil
nu aan die gronden nog niet de bestemming van natuurreservaat
geven. Het is beter thans aan die gronden geen bestemming te
geven.j De "Voorzitter zegt dat het hier gaat om een bedrag van
globaal 4000,=. Dit bedrag kan nog wat hooger of lager zijn.
Het is de bedoeling deze zaak nader uit te werken, zoodat men
dan de juiste cijfers heeft. Spreker deelt vervolgens het ad
vies der Pinancieele Commissie inzake belastingheffing mede.
Deze Commissie kan zich vereenigen met een heffing van 150 op
centen op de Personeele Belasting en de meerderheid der Com
missie adviseert tot heffing van 57 opcenten op de gemeente
fondsbelasting.
De heer Grootewal verzoekt aan B. en Viom in den loop
van dit jaar en wel vóór 1 September een berekening te doen