20 Mei 1935 -- - 1 38. voren komen die thans nog achter de schermen zitten. Het is een crime dat dergelijke artikelen in een blad zijn verschenen. Spre ker schuwt ook geenszins publicatie en waarheid, en er zijn in derdaad fouten gemaakt, welke echter niet aan de Commissie te wijten zijn. Spreker dringt er nogmaals op aan dat een justitiee- le vervolging wordt ingesteld. De Voorzitter betoogt nogmaals dat de gemeente zich heeft te houden aan de rapporten der deskundigen. B.en W. schatten die rapporten hoog en betrouwbaar. Verder zegt Spreker dat het hem niet te doen is om een strafzaak, doch hij wil alleen de aandacht van het verstandige publiek vestigen op deze zaak. Spreker vraagt zich af wat voor opbouwends dit blad heeft gedaan, en of dit blad wel het algemeen belang dient. De heer Endendijk merkt op, dat ook zijn naam in die stuk ken voorkomt, maar wil er niet veel van zegden want hij acht zich daarboven verheven en lacht er om. Op eén punt wil hij ech ter de aandacht vestigen omdat daardoor de mentaliteit van den schrijver is getypeerd. Er wordt beweerd dat de sparretjes zou den geleverd zijn door een geloofsgenoot van Spreker. Gesteld eens^dat het waar was, wat is dan de bedoeling van den schrijver om dat juist naar voren te brengen. Bovendien is die man een ge loofsgenoot van Spreker, zooals hij veel geloofsgenooten heeft in Soest, o«a. zooals ook de heeren Haver, Gasille en Iburg ge loof sgenooten van hem zijn, n.1. niet katholiek. Dit is de eeni- ge geloofsovereenkomstHet teekent wel den schrijver. De heer Mulder zegt dat andere plaatselijke bladen ook wel aan het afkammen zijn, en vraagt of B.en W. hem voor een kwar tier willen ontheffen van een ambtsgeheim. De Voorzitter merkt op dat door den heer Mulder gedoeld wordt op een opdracht, welke hem gegeven werd door de Commissie toen hij nog geen raadslid was. Waar het rapport openbaar wordt, komt ook de door den heer Mulder bedoelde aangelegenheid aan de orde. Spreker heeft echter geen bezwaar aan het verzoek van den heer Mulder te voldoen, indien door dezen daarop prijs gesteld wordt De heer Mulder deelt dan mede dat hij en de heer van Geile- kom uit Utrecht op 21 Hov. 1933 opdracht ontvingen om een onder zoek in te stellen naar de zaken en kosten van het natuurbad. In Dec. 1933 is hierop geantwoord. Als inwoner van Soest was het Spreker ook bekend geworden dat praatjes gingen over vervuiling van het natuurbad en over verzakkingen. Spreker verklaart dat het onmogelijk was dat de faecaliën van de W.C.'s door de rio- leeringen in het water konden komen; wanneer er faecaliën in het water waren, dan moeten die er in gebracht zijn. Spreker zegt voorts dat alle kosten, welke later aan het bad zijn gemaakt, weggegooid geld zijn geweest. De heer van Duren zegt dat hij nooit eenige belofte heeft edaan, als waarvan sprake is in een der artikelen van "de Soes- er"Van vervuiling van net water is Spreker nooit gebleken. Spreker heeft geen onderhoud ten huize van den in het artikel be doelden ingezetene gehad omtrent publicatie van resultaten van onderzoek van monsters badwater. Spreker is éénmaal ten huize van dezen ingezetene geweest voor rekening en verantwoording van een feestcomité, waarvan Spreker penningmeester was. Deze inge zetene zou daarvoor bij Spreker komen, doch waar Spreker toen niet thuis wasis hij later bij dien ingezetene geweest. Verder is hij nooit bij hem aan huis geweest. De Voorzitter zegt dat volgens dit artikel in "de Soester" een

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1935 | | pagina 276