15.
stel om volgno.7 (uitkeering aan de gemeente uit de rente van
onderhoudskapitaaials bedoeld in art,10, 2e lid der verorde
ning, voor wegenonderhoud) te verhoogen met 90,= en te brengen
op 690,=. Men verkrijgt wel geen bezuiniging in feiten, doch
er komt dan geld beschikbaar voor arbeid, zoodat dit ten voor-
deele is van andere posten op de gemeente-begrooting.
Na eenige discussie wordt dit voorstel zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
De heer Mulder bespreekt hierna de wenschelijkheid om het
bedrag, vermeld onder volgno.8 te voegen bij dat onder volgno.7
De heer Gasille acht het juister indien het bedrag ad
4400,=, hetwelk beschikbaar is aan rente voor onderhoud op de
begrooting tot uitdrukking wordt gebracht, en wel op post volg-
no.8 bij de uitgave# en op volgno.5 of 6 van de inkomsten.
Zonder hoofdelijke stemming gaat de Raad hiermede accoord.
De heer Mulder vestigt er vervolgens de aandacht op dat
uit de gemeentebegrooting is af te leiden dat het Wegenfondsdat
een kapitaal bezit van 50.000,=, een nadeelig saldo of wel een
strop heeft van 1500,=, hetgeen toch niet juist kan zijn.
De Voorzitter zegt dat die 1500,= de uitkomsten van het
wegenfonds in de gemeente-begrooting zijn. Dit bedrag is rente
van tijdelijk door het Wegenfonds gestorte gelden.
De heer Grootewal is het volkomen eens dat thans de indruk
wordt gevestigd dat het Wegenfonds een nadeelig saldo heeft.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten met een en ander
rekening te houden, waardoor de post rente kasgelden met 1500,
zal worden verhoogd. Bij de ontvangst posten zal hier eveneens
rekening mede worden gehouden.
De heer Gasille vraagt of de gestorte gelden voor de Soes-
terbergschestraat nu gebruik"*" zijn voor den aanleg dier straat
of dat die gelden in het wegenfonds blijven staan.
De Voorzitter zegt dat het hier zeker tijdelijke stortingen
betreffen voor trottoir-aanleg. W nneer tot dien aanleg is over
gegaan, vindt een verrekening plaars.
De heer Mulder stelt hierna voor volgno.25 (uitkeering aan
de gemeente voor het aanleggen van wegen) te verhoogen met
2000,= om deze gelden aan te wenden voor den gewonen dienst.
Alsdan ontstaat weer werkgelegenheid.
De Voorzitter zegt dat zulks niet mogelijk is.
De heer Mulder zegt dat toch verschillende verbeteringen
aan de desbetreffende wegen kunnen worden aangebracht zonder dat
in gevaar wordt gekomen met de bepalingen van het wegenfonds.
Het is niet de bedoeling om de wegen geheel af te maken, doch
alleen om meer verbeteringen aan te brengen.
De heer Grootewal bepleit _het voorstel van den heer Mulder
en meent dat door aanneming van het voorstel van den heer Mulder
gelden beschikbaar komen voor te verrichten werkzaamheden.
De Voorzitter acht het beter hierin geen verandering aan te
brengen.
Na eenige discussie wordt de post ongewijzigd vastgesteld.
De begrooting van het Wegenfonds wordt hierna zonder hoof
delijke stemming vastgesteld.
Alsnu wordt aan de orde gesteld de vaststelling van het
ontwerp-bcsluit ingevolge art.8 der Verordening tot instelling
van het Wegenfonds tot vaststelling van de bedragen voor kosten